Een gezinsinspecteur kan alle inlichtingen en adviezen geven over de rechten op de toelagen in het kader van het gezinsbeleid en de naleving van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Als een gezinsinspecteur bij de uitoefening van zijn toezichtsopdracht vaststelt dat een inbreuk dreigt op te treden, kan hij mondeling of schriftelijk alle raadgevingen geven die hij nuttig acht om de inbreuk te voorkomen.