Kruimelpad
Artikel 18 Groeipakketdecreet
Tekst
Het basisbedrag, vermeld in artikel 13, wordt voor het rechtgevende kind verhoogd met een maandelijkse sociale toeslag als de inkomsten van het gezin van de begunstigden bepaalde grenzen niet overschrijden.
Het bedrag van de toeslag, vermeld in het eerste lid, bedraagt:
- 50 euro per kind voor gezinnen tot en met twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis niet meer dan 30.378,60 euro bedragen;
- 80 euro per kind voor gezinnen met meer dan twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis niet meer dan 30.378,60 euro bedragen;
- 60 euro per kind voor gezinnen met meer dan twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis tussen 30.378,60 euro en 60.000 euro liggen.
Als ten gevolge van een gelijkmatig verdeelde huisvesting, de huisvesting van het rechtgevende kind gelijk is verdeeld tussen de ouders, wordt het bedrag van de toeslag gehalveerd toegekend in elk rechtgevend gezin.
Als de huisvesting van het rechtgevende kind niet gelijk is verdeeld tussen beide ouders, wordt het kind voor de toepassing van het tweede lid alleen meegeteld in het gezin waar het kind meer dan de helft van de tijd verblijft.
Als de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het rechtgevende kind niet is bepaald of bekrachtigd door de bevoegde rechtbank, wordt ervan uitgegaan dat de huisvesting van het rechtgevende kind gelijk is verdeeld tussen de ouders.
Voor de huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind wordt uitgegaan van de woonplaats van het kind.
In afwijking van het zesde lid blijft de vastgestelde huisvesting overeenkomstig het vijfde lid die geldt op het moment dat het kind meerderjarig wordt, gelden.
In afwijking van het zesde en zevende lid kan de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind worden bepaald op grond van een overeenkomst, waarin de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het rechtgevende kind uitdrukkelijk wordt bepaald, en die is geregistreerd conform artikel 1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten.
Als het rechtgevende kind is geplaatst door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een pleeggezin, wordt het kind voor de berekening van de toeslag en de gezinsgrootte, vermeld in het tweede lid, in het pleeggezin volledig meegeteld.
Als het rechtgevende kind materiële ondersteuning krijgt als vermeld in artikel 68, § 2/1, wordt het kind voor de berekening van de toeslag en de gezinsgrootte, vermeld in het tweede lid, in het gezin waar het verbleef voorafgaand aan de plaatsing, volledig meegeteld. In toepassing van artikel 68, §3, wordt het kind daarentegen niet meegeteld in het gezin waar het verbleef voorafgaand aan de plaatsing.
De Vlaamse Regering bepaalt met welke inkomsten van welke personen rekening wordt gehouden om de gezinsinkomsten, vermeld in het eerste lid, vast te stellen. Ze bepaalt de periode waarin de sociale toeslag wordt toegekend, en ze kan de gezinsgrootte nader bepalen. De Vlaamse Regering stelt ook een alarmbelprocedure vast voor de onmiddellijke aanpassing van het recht op sociale toeslag.
Historiek
Decreet van 1 juli 2022 tot tot wijziging van artikel 5 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018 (B.S. 29.07.2022) - artikel 5, 1°, 2°, 3° en 4°- inwerkingtreding 08.08.2022
Art. 5. In artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 maart 2019 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het derde lid wordt de zinsnede ", bepaald of bekrachtigd door de bevoegde rechtbank," opgeheven;
2° in het vierde lid wordt de zinsnede ", zoals bepaald of bekrachtigd door de bevoegde rechtbank," opgeheven;
3° in het vijfde lid worden de woorden "en wordt het bedrag van de toeslag gehalveerd toegekend in elk gezin" opgeheven;
4° een zesde, zevende en achtste lid worden toegevoegd, die luiden als volgt:
"Voor de huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind wordt uitgegaan van de woonplaats van het kind.
In afwijking van het zesde lid blijft de vastgestelde huisvesting overeenkomstig het vijfde lid die geldt op het moment dat het kind meerderjarig wordt, gelden.
In afwijking van het zesde en zevende lid kan de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind worden bepaald op grond van een overeenkomst, waarin de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het rechtgevende kind uitdrukkelijk wordt bepaald, en die is geregistreerd conform artikel 1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten.";
5° in het zevende lid, dat het tiende lid wordt, worden de woorden "is geplaatst door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een instelling" vervangen door de zinsnede "materiële ondersteuning krijgt als vermeld in artikel 68, § 2/1".
___________________________________
Decreet van 1 juli 2022 tot tot wijziging van artikel 5 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018 (B.S. 29.07.2022) - artikel 5 - inwerkingtreding 01.08.2022 artikel 5, 5°
Art. 5. In artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 maart 2019 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het derde lid wordt de zinsnede ", bepaald of bekrachtigd door de bevoegde rechtbank," opgeheven;
2° in het vierde lid wordt de zinsnede ", zoals bepaald of bekrachtigd door de bevoegde rechtbank," opgeheven;
3° in het vijfde lid worden de woorden "en wordt het bedrag van de toeslag gehalveerd toegekend in elk gezin" opgeheven;
4° een zesde, zevende en achtste lid worden toegevoegd, die luiden als volgt:
"Voor de huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind wordt uitgegaan van de woonplaats van het kind.
In afwijking van het zesde lid blijft de vastgestelde huisvesting overeenkomstig het vijfde lid die geldt op het moment dat het kind meerderjarig wordt, gelden.
In afwijking van het zesde en zevende lid kan de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind worden bepaald op grond van een overeenkomst, waarin de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het rechtgevende kind uitdrukkelijk wordt bepaald, en die is geregistreerd conform artikel 1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten.";
5° in het zevende lid, dat het tiende lid wordt, worden de woorden "is geplaatst door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een instelling" vervangen door de zinsnede "materiële ondersteuning krijgt als vermeld in artikel 68, § 2/1".
___________________________________
Decreet van 21 mei 2021 tot wijziging van diverse decreten over welzijn, volksgezondheid en gezin (B.S. 18.06.2021) - hoofdstuk 12 - artikel 56 - inwerkingtreding 01.01.2019
In artikel 18, tweede lid, 2° en 3°, van hetzelfde decreet wordt het bedrag “30.386,52 euro” vervangen door het bedrag “30.378,60 euro”.
___________________________________
Decreet van 22 maart 2019 tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, de codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 en het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, wat betreft de afstemming op het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (B.S. 15.05.2019) - artikel 47 - inwerkingtreding 01.01.2019
In artikel 18, tweede lid, 1°, wordt het bedrag "30.386,52" vervangen door het bedrag "30.378,60".
Referenties
Gewijzigd door
21 mei 2021 - Decreet tot wijziging van diverse decreten over welzijn, volksgezondheid en gezin (B.S. 18.06.2021) - hoofdstuk 12 - artikel 56
22 maart 2019 - Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, de codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 en het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, wat betreft de afstemming op het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (B.S. 15.05.2019) - artikel 47