Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

04 augustus 2021 | NIEUW - Beslissingen Geschillencommissie - Wijzigingen: art. 14 BVR Rechtgevend Kind en art. 8 BVR Zorgtoeslagen

1. Artikel 14 BVR Rechtgevend kind en artikel 8 BVR Zorgtoeslagen gewijzigd:

Het besluit van de Vlaamse Regering van  tot wijziging van artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen, artikel 237 en 238 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming en artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 betreffende de nadere regels voor het verkrijgen van een zorgtoeslag (B.S. 19.07.2021) wijzigde volgende artikels:

artikel 14 BVR Rechtgevend kind - zie historiek

artikel 8 BVR Zorgtoeslagen - zie historiek

2. Beslissingen Geschillencommissie 2021/031, 2021/030, 2021/029, 2021/028, 2021/027, 2021/026, 2021/025, 2021/024, 2021/022, 2021/021 en 2021/015

Overzicht beslissingen 2021 - trefwoorden - samenvatting

Beslissing linken

Startbedrag voor het kind van een Nederlandse erkende zeevisser onder Belgische vlag – Geboorte op een zondag – Onderworpenheid aan de Belgische sociale zekerheid – Europese verordening nr. 492/2011 – Interesten

Inzake het startbedrag voor het kind van een Nederlandse erkende zeevisser onder Belgische vlag, lijkt het de Geschillencommissie - in acht genomen het opzet van de Europese Verordening nr. 492/2011 om het vrij verkeer van migrerende werknemers en hun recht op sociale voordelen van nationale werknemers niet te benadelen - moeilijk verdedigbaar dat restricties die volgen uit het specifieke Belgische statuut als zeevisser (kortlopende vaartcontracten) het realiseren van de ratio legis van de Europese Verordening zouden onmogelijk maken.

In die zin meent de Geschillencommissie dat de betrokkene in de geboortemaand van zijn kind kan beschouwd worden als een werknemer aangezien hij normaal aan het werk was voor zijn werkgever in een stabiele arbeidsverhouding, zij het in het kader van elkaar opvolgende arbeidscontracten.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Terugvordering schooltoeslag – Pedagogische voorwaarden – Uitschrijving op school en overstap naar individueel huisonderwijs – Leerstoornis

Op basis van de beschikbare informatie is de Geschillencommissie van oordeel dat de verzoekster zich in een bijzondere situatie bevond waarin ze een persoonlijke keuze heeft gemaakt om voor haar dochter die kampt met een leerstoornis thuisonderwijs aan te bieden. Daarenboven stelt de Commissie vast dat thuisonderwijs geen aanleiding kan geven tot het uitkeren van de schooltoeslag.  Dit is gebaseerd op het feit dat er volgens het Groeipakketdecreet een inschrijving in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling vereist is.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Terugvordering schooltoeslag – Pedagogische voorwaarden – Ziekte van Lyme – Ongewettigde afwezigheden op school

De Geschillencommissie meent dat de medische situatie van het kind (ziekte van Lyme) kan beschouwd worden als overmacht in die zin dat de specifieke gezondheidssituatie, gekenmerkt door aanhoudende buitensporige vermoeidheid, van die aard was dat ze buiten de wil van het kind (en de ouders) om ertoe geleid heeft dat het kind niet normaal op regelmatige wijze aan het schoolleven kon deelnemen en dat het wettigen van punctuele afwezigheidsdagen via een doktersattest niet evident was gelet op de aard van de symptomen, en de jongere zodoende niet heeft kunnen voldoen aan de standaardnorm voor ongewettigde afwezigheden voor de schooltoeslag, maar waarbij evenwel zeker geen sprake is van spijbelgedrag maar daarentegen de nodige inspanningen werden geleverd om de jongere net wel zo veel als mogelijk naar school te laten gaan.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Belgisch gezin woont en werkt in Marokko – Overheidspersoneel – Onderworpenheid aan de Belgische sociale zekerheid – Vereiste woonplaats in Vlaanderen – Inschrijving in de consulaire registers – Referentieadres – Informatie- en raadgevingsplicht uitbetalingsactor

Voor een Belgisch gezin dat woont en werkt in Marokko oordeelde de Geschillencommissie dat de uitbetalingsactor onvoldoende de wettelijke raadgevingsplicht nakwam door zich ertoe te beperken aan het gezin laattijdig mee te delen dat er geen recht op Groeipakket meer is bij gebreke aan een Vlaams domicilie van de kinderen, echter zonder te verwijzen naar een mogelijke oplossing via het nemen van een referentieadres zoals voorzien in de Memorie van toelichting betreffende het Groeipakketdecreet.  Aangezien de verzoekster hierdoor niet in de mogelijkheid werd gesteld om zich desgevallend tijdig in regel te stellen om een onderbreking of stopzetting van het Groeipakket te voorkomen, besliste de Geschillencommissie dat er recht is op kinderbijslag voor de periode vanaf de stopzetting van de betaling van de kinderbijslag tot aan de notificatie van de beslissing van de Geschillencommissie.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Schooltoeslag – Minderjarig kind is gedomicilieerd bij de voogd na het overlijden van de moeder van het kind – Voogdijschap met strikt afgescheiden financiële vermogens – Gezinscategorie en puntentelling – Financiële draagkracht van het gezin waarin het kind opgroeit.

Rekening houdende met de ratio legis van het Groeipakketdecreet om via een selectieve financiële ondersteuning de participatie aan het onderwijs aan te moedigen daarbij rekening houdende met de financiële draagkracht van het gezin waarin het kind opgroeit, en waarbij de Geschillencommissie vaststelt dat – alhoewel zij op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn - de eigen financiële middelen van de voogd niet ter beschikking zijn van het kind onder voogdij wiens financiële draagkracht beperkt is tot haar eigen middelen (nl. de erfenis van haar overleden moeder en de kinderbijslag), besliste de Geschillencommissie dat er recht is op de schooltoeslag.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Gezin met Nederlandse nationaliteit – Schooltoeslag – Basiskinderbijslag - Nationaliteitsvoorwaarde – Afschrijving uit het Rijksregister – Feitelijk verblijf - Wachtlijst gemeente voor nieuwe inschrijvingen door de COVID-19-crisis

Voor de kinderen van een gezin met Nederlandse nationaliteit onderzocht de Geschillencommissie in welke mate er recht is op de basiskinderbijslag en de schooltoeslag, rekening houdende met de afschrijving uit het Rijksregister, het ononderbroken feitelijk verblijf van het gezin in Vlaanderen en de wachtlijst bij de gemeente voor nieuwe inschrijvingen ten gevolge van de COVID-19-crisis

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Schooltoeslag – Pedagogische voorwaarden – Referentiedatum – Uitschrijving op school in februari – Ongewettigde afwezigheidsdagen - Tuchtsanctie

Na onderzoek stelde de Geschillencommissie vast dat de jongere ten gevolge van zijn uitschrijving op school in februari en het te hoge aantal ongewettigde afwezigheidsdagen (waarbij de moeder wijst op leerproblemen en gezondheidsproblemen) niet voldeed aan de strikte wettelijke ijkpunten qua schoolinschrijving en voldoende aanwezigheid in het kader van de ratio legis om de jongeren op de schoolbanken te houden met de schooltoeslag als financiële incentive.  Rekening houdende met de uitschrijving als tuchtsanctie, lijkt er evenmin sprake te kunnen zijn van overmacht aangezien toch lijkt te moeten aangenomen worden dat de tuchtsanctie het gevolg was van het eigen gedrag van de jongere, en dus niet volledig onafhankelijk van zijn wil. 

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Sociale toeslag – Betwisting feitelijke gezinsvorming van ex-echtgenoten – Eenoudergezin

Na uitgebreid onderzoek van alle beschikbare elementen meent de Geschillencommissie dat rekening houdende met de vaststellingen van de politie inzake het domicilie van de ex-echtgenoten, de uitbetalingsactor terecht besliste de sociale toeslag terug te vorderen.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Overgangsregeling Groeipakketdecreet (kinderen geboren vóór 1 januari 2019) – Studies in het buitenland (Israël) – Recht op kinderbijslag op de scharnierdatum 31.12.2018 – Inkanteling in de nieuwe bedragen van het Groeipakket - Vrijstellingen voor niet-hoger onderwijs

Voor de kinderen die studeren in het buitenland (Israël) stelt de Geschillencommissie vast dat er geen recht op kinderbijslag was op de scharnierdatum 31.12.2018 waardoor volgens de overgangsregeling van het Groeipakketdecreet de kinderen worden ingekanteld in het Groeipakket met toepassing van de nieuwe bedragen vanaf het moment dat zij vanaf 1.1.2019 voldoen aan de toekenningsvoorwaarden.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Schooltoeslag – Studies in het buitenland (Costa Rica) – Internationaal Baccalaureaat – Meeneembaarheid van de schooltoeslag – Advies NARIC-Vlaanderen – Basiskinderbijslag – Vrijstellingen voor niet-hoger onderwijs

Ondanks de uniciteit van de opleiding die het kind volgt in Costa Rica, meent de Geschillencommissie dat er geen sprake kan zijn van de meeneembaarheid van de schooltoeslag voor het secundair onderwijs gelet op het bindende advies van NARIC-Vlaanderen;
volgens dit advies is de opleiding van het internationaal baccalaureaat namelijk equivalent aan de opleiding die leidt tot het diploma secundair onderwijs.  De Geschillencommissie meent zich te moeten houden aan het advies met betrekking tot het bestaan aan een equivalente opleiding, aangezien NARIC-Vlaanderen decretaal werd aangeduid om daarover te oordelen. De Geschillencommissie kan dit advies dus niet zonder meer aan de kant schuiven, noch heeft zij zelf enige appreciatiebevoegdheid op dat vlak.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Kinderen gaan naar school in Nederland – Betwist feitelijk verblijf van het gezin in Vlaanderen – Preventieve opschorting van het Groeipakket – Motiveringsplicht – Wilsuiting inzake wijziging van uitbetalingsactor

De uitbetalingsactor heeft terecht de betaling van het Groeipakket preventief opgeschort gelet op de ernstige en eensluidende aanwijzingen dat de kinderen mogelijks niet langer feitelijk in Vlaanderen verbleven aangezien zij allen naar school gaan in Nederland; wel werd tekortgekomen aan de motiveringsplicht.

Gelet op de diverse recente beschikbare elementen, o.m. de positieve woonstcontrole door de wijkagent en de ambtshalve afschrijving, meent de Geschillencommissie dat voor de betwiste periode niet is aangetoond dat de domiciliegegevens in het Rijksregister niet correct zouden zijn.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Sociale toeslag en schooltoeslag – Geboorte nieuw kind in een eenoudergezin – Feitelijke gezinsvorming – Verblijf in huis in het buitenland – Scheiding van tafel en bed – Controle door Sociale inspectie- en begeleidingsdienst – Processen-verbaal politie en besluit arbeidsauditoraat

Inzake de sociale toeslag en de schooltoeslag meent de Geschillencommissie dat er sprake is van feitelijke gezinsvorming bij een eenoudergezin (met scheiding van tafel en bed). Na de geboorte van een derde kind wordt onderzoek ingesteld. De feitelijke gezinsvorming wordt bewezen geacht op basis van het verslag van de gezinsinspecteur, het politieverhoor en het besluit van het arbeidsauditoraat.

De mediabron waarnaar verwezen wordt ontbreekt en moet opnieuw ingevoegd worden.

Schooltoeslag – Domicilie ex-echtgenoten op ijkdatum 31 augustus – Laattijdige verhuis ten gevolge van de COVID-19-pandemie en de coronamaatregelen

Inzake het domicilie van de ex-echtgenoten op de ijkdatum voor de schooltoeslag meent de Geschillencommissie dat gelet op de nieuwe - waarachtige en voldoende gestaafde - elementen waaruit blijkt dat de verzoekster niet kon verhuizen gelet op vertragingen bij wezenlijk belangrijke werkzaamheden in de nieuwe woning van de verkopers (te wijten aan de COVID-19-pandemie en de daarbij horende maatregelen) er door deze onvoorziene omstandigheid die buiten de controle van de betrokkene ligt en die de nakoming van de verbintenis geheel onmogelijk maakt, sprake is van overmacht.

Top