Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 101 uit Kinderbijslagwet werknemers

    De wet van 29.04.1996, art. 55, 2°, 3°, 4° (B.S. 30.04.1996, ed.2), die uitwerking had vanaf 04.09.1992, behalve waar het de instellingen beoogt die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid bepaald in artikel 101, vierde lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders in welk geval het uitwerking heeft met ingang van 01.10.1995, heeft artikel 101, 3de lid, als volgt gewijzigd: 

    - het derde lid, 2° werd vervangen door de volgende bepaling:

    "2° aan de gewezen personeelsleden van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, BELGACOM, DE POST, de Regie der Luchtwegen, de Regie voor Maritiem Transport en de instellingen die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid bepaald in het vierde lid, die gerechtigd zijn op kinderbijslag krachtens de artikelen 56 of 57 ;"

    - het derde lid, 3° werd vervangen door de volgende bepaling:

    "3° aan de wezen die gerechtigd zijn op kinderbijslag krachtens artikel 56bis, zo deze verschuldigd is door de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, BELGACOM, DE POST, de Regie der Luchtwegen, de Regie voor Maritiem Transport en de instellingen die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid bepaald in het vierde lid, krachtns de uitvoeringsbepalingen van artikel 71, § 1bis ;"

    - het derde lid, 4° werd vervangen door de volgende bepaling:

    "4° aan de personen die gerechtigd zijn op kinderbijslag krachtens artikel 56quater, zo deze verschuldigd is door de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, BELGACOM, DE POST, de Regie der Luchtwegen, de Regie voor Maritiem Transport en de instellingen die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid bepaald in het vierde lid, krachtens de uitvoeringsbepalingen van artikel 71, § 1bis ;"

    Dezelfde wet van 29.04.1996, art. 55, 5°, van kracht vanaf 01.04.1990, heeft in het derde lid, 7°, gewijzigd bij wet van 26.06.1992, tussen de woorden "tijdelijke" en "door de bevoegde Gemeenschappen" de woorden "of vervanger" ingevoegd ;

    Dezelfde wet van 29.04.1996, art. 55, 6°, van kracht vanaf 30.04.1996 (behalve in zoverre het een vierde lid invoegt in welk geval het uitwerking heeft vanaf 01.10.1995),  heeft in art. 101 tussen het derde en het vierde lid de volgende leden ingevoegd:

    "Onverminderd het vorig lid kan de Koning de Rijksdienst machtigen om de gezinsbijslag uit te betalen die verschuldigd is aan het personeel van de werkgevers bedoeld in artikel 3,1° en 2°, op aanvraag van de desbetreffende werkgever.

    De Koning kan de Rijksdienst ook toestemming verlenen tot het uitkeren van de gezinsbijslag verschuldigd op grond van de artikelen 56, 56bis, 56quater en 57 uit hoofde van ziekte, overlijden of pensionering van bepaalde categorieën van voormalige personeelsleden van overheidsinstellingen bedoeld in de wetten betreffende de afschaffing en de herstructurering van instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, gecoördineerd op 13 maart 1991, die effectief ontbonden zijn."


     

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top