Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 107 uit Kinderbijslagwet werknemers

    §1. Bij de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers wordt een "Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten" ingesteld, dat in de financiering van de personeels- en of werkingskosten kan tussenkomen van:

    1° diensten die voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar buiten de normale schooluren instaan;

    2° diensten die voor de opvang van zieke kinderen tussen 0 en 12 jaar instaan;

    3° diensten die, buiten hun normale openingsuren, instaan voor de flexibele opvang van kinderen van 0 tot 12 jaar;

    4° diensten die instaan voor de noodopvang van kinderen tussen 0 en 3 jaar;

    5° tot 31 december 1997: de diensten bedoeld in artikel 57bis, tweede lid, van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, ingevoegd bij artikel 11 van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

    Het Fonds komt enkel tegemoet in de kosten gemaakt voor kinderen die krachtens deze wetten recht geven op kinderbijslag. De kinderen die recht geven op gewaarborgde kinderbijslag en de kinderen van politieke vluchtelingen en van grensarbeiders worden gelijkgesteld met kinderen die krachtens deze wetten recht geven op kinderbijslag. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de categorieën kinderen uitbreiden, voor wier opvang het Fonds financieel tegemoet komt, in de mate dat compenserende financiële middelen het Fonds worden toegekend om de aldus veroorzaakte bijkomende uitgaven te kunnen dekken.

    Het Fonds wordt beheerd door het Beheerscomité van de Rijksdienst.

    §2. De koning bepaalt, na het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst:

    1° de uitrustingen en diensten bedoeld in §1 die het Fonds mag financieren;

    2° de wijze waarop en de voorwaarden waaronder die financiering mag gebeuren;

    3° de voordelen waarop aanspraak kan gemaakt worden ten laste van het Fonds, de toekenningsvoorwaarden en het bedrag van die voordelen.

    §3. Het Beheerscomité van de Rijksdienst bepaalt in een bijzonder reglement alle andere toepassingsmodaliteiten in verband met de werking van het Fonds. Dat reglement treedt in werking na goedkeuring door de Minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft. Deze goedkeuring wordt verleend binnen de 3 maanden bij gebreke waarvan ze geacht wordt verleend te zijn geweest.

    §4. Het Fonds wordt gefinancierd met alle geldmiddelen die het wordt toegewezen door of krachtens een wet. Indien de globale uitgaven voor de in §1 bedoelde diensten de globale geldmiddelen overschrijden, wordt de betoelaging van deze diensten verhoudingsgewijze verminderd volgens de modaliteiten die bij het bijzonder reglement zijn vastgelegd.

    §5. De werkingskosten van het Fonds worden op dat Fonds aangerekend.

    §6. Het Beheerscomité van de Rijksdienst geeft ieder jaar voor 31 maart, rekenschap aan de Minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft over het beheer van het Fonds.

    Toekomstig recht

    • De wet van 24.12.2002 (B.S 31.12.2002 (1ste ed.)), art. 83.
    • De wet van 21.04.2007 (B.S. 22.06.2007 (2de ed.)), art. 2.

    De wet van 22.02.1998, art. 40 (B.S. 03.03.1998), van kracht vanaf 01.01.1997,heeft het artikel vervangen door de volgende bepalingen:

    "§ 1. Bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor werknemers wordt een "Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten" ingesteld, dat in de financiering van de personeels- en of werkingskosten kan tussenkomen van:

    (...)

    AAN TE VULLEN

     

    De wet van 25.01.1999, art. 23 (B.S. 06.02.1999), die uitwerking had vanaf 01.01.1997,heeft volgende wijzigingen aangebracht:

    1° §1, tweede lid, wordt vervangen door de hierna volgende bepaling:

    "Het Fonds komt enkel tegemoet in de kosten gemaakt voor kinderen die krachtens deze wetten recht geven op kinderbijslag. De kinderen die recht geven op gewaarborgde kinderbijslag en de kinderen van politieke vluchtelingen en van grensarbeiders worden gelijkgesteld met kinderen die krachtens deze wetten recht geven op kinderbijslag. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de categorieën kinderen uitbreiden, voor wier opvang het Fonds financieel tegemoet komt, in de mate dat compenserende financiële middelen het Fonds worden toegekend om de aldus veroorzaakte bijkomende uitgaven te kunnen dekken.";

    2° de tweede zin van §4 wordt aangevuld met de woorden "volgens de modaliteiten die bij het bijzonder reglement zijn vastgelegd."
     

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top