Kruimelpad
Artikel 117 uit Kinderbijslagwet werknemers
Tekst
De arbeidsrechtbank neemt kennis van de geschillen tussen de compensatiekassen of de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers en de personen aan wie gezinsbijslag verschuldigd is of moet worden gestort.
Bij hetzelfde gerecht worden aangebracht de geschillen tussen die personen en de werkgever voor wiens rekening de arbeid wordt verricht die voor toekenning van de gezinsbijslag in aanmerking komt.
Indien de gezinsbijslag is of moet worden uitbetaald aan iemand anders dan de belanghebbende werknemer, wordt de plaatselijke bevoegdheid inzake de door of tegen die persoon ingestelde vorderingen bepaald door de plaats waar deze zijn hoofdverblijfplaats heeft in de zin van artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Historiek
De wet van 04.04.1991, art. 4 (B.S. 27.06.1991), van kracht vanaf 01.04.1993,heeft in art. 117 de woorden "woonachtig is" vervangen door de woorden "zijn hoofdverblijfplaats heeft in de zin van artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen."
Referenties
MO 378 van 20 oktober 1980 - Rechtspraak inzake de kinderbijslagwetgeving voor werknemers
CO 934 van 24 april 1973 - Inlichtingen te verstrekken aan de arbeidsauditoraten
CO 1215 van 26 juni 1989 - Rechtszaken waarin beroep is aangetekend - Richtlijnen
CO 1271 van 5 oktober 1993 - Kennisgeving van een vonnis en termijnen om beroep aan te tekenen
CO 1314 van 17 april 1998 - Toepassing van het Handvest van de sociaal verzekerde (uittreksels)