Kruimelpad
Artikel 119bis uit Kinderbijslagwet werknemers
Tekst
Wanneer de invordering van de verschuldigde sommen al te onzeker of te bezwarend blijkt in verhouding met het bedrag van de in te vorderen sommen, kunnen de kinderbijslaginstellingen binnen de perken bepaald door de Koning hetzij van het navorderen van die sommen door een gerechtelijke procedure, hetzij van de invordering van die sommen door gedwongen tenuitvoerlegging, afzien.
De kinderbijslaginstellingen kunnen daarenboven afzien van de terugvordering van geringe sommen, binnen de perken bepaald door de Koning, wanneer de terugvordering van deze sommen door inhouding op later verschuldigde bijslag niet mogelijk is.
De bij toepassing van dit artikel niet ingevorderde sommen worden aangerekend op het reservefonds van genoemde instellingen.
Historiek
Het K.B. nr. 534 van 31.03.1987, art. 24 (B.S. 16.04.1987 ; Err. B.S. 21.07.1987), van kracht vanaf 11.04.1987,heeft art. 119bis als volgt gewijzigd :
"Wanneer de invordering van de verschuldigde sommen al te onzeker of te bezwarend blijkt in verhouding met het bedrag van de in te vorderen sommen, kunnen de kinderbijslaginstellingen binnen de perken bepaald door de Koning hetzij van het navorderen van die sommen door een gerechtelijke procedure, hetzij van de invordering van die sommen door gedwongen ten uitvoerlegging, afzien.
De kinderbijslaginstellingen kunnen daarenboven afzien van de terugvordering van geringe sommen, binnen de perken bepaald door de Koning, wanneer de terugvordering van deze sommen door inhouding op later verschuldigde bijslag niet mogelijk is.
De bij toepassing van dit artikel niet ingevorderde sommen worden aangerekend op het reservefonds van genoemde instellingen."