Artikel 120bis uit Kinderbijslagwet werknemers

De wet van 22.02.1998, art. 41 (B.S. 03.03.1998), van kracht vanaf 01.07.1998, heeft het artikel als volgt gewijzigd:

1° het eerste lid werd vervangen door de volgende bepaling:

"Het recht op terugvordering van de ten onrechte uitbetaalde uitkeringen verjaart door verloop van vijf jaar te rekenen vanaf de datum waarop de uitbetaling geschied. In geen geval is een terugvordering van de ten onrechte uitbetaalde is uitkeringen mogelijk na verloop van deze termijn";

2° het derde lid werd vervangen door de volgende bepaling:

"Het eerste lid is niet toepasselijk indien de ten onrechte uitbetaalde uitkeringen werden bekomen door bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige verklaringen".