Kruimelpad
Artikel 145 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
De wet van 04.08.1930, art. 61 (B.S. 04.09.1930), van kracht vanaf 14.09.1930, luidde als volgt :
"De krachtens het vorige artikel aangeduide ambtenaren zullen vrijen toegang hebben in de fabrieken, onderaardsche werken, werven, bureelen en, over 't algemeen, in de lokalen, andere dan die welke tot huisvesting dienen waar één of meer personen door een onderworpen werkgever aan den arbeid zijn gebezigd.
De bedrijfshoofden en patroons, de zaakvoerders, bestuurders, aangestelden en arbeiders zijn gehouden hun de inlichtingen te verstrekken, die zij ter voldoening van hun taak mochten vragen.
Op hunnen aanvraag, wordt hun mededeling gedaan van de lijsten van het personeel, van het door artikel 34 voorgeschreven register of de door hetzelfde artikel voorgeschreven losse bladen, alsmede van alle andere boeken, registers of stukken die, met het oog op het toezicht, met vrucht zouden kunnen nagezien worden.
In geval van inbreuk op een der bij artikelen 18 en 34, alinea 3, bij artikel 44 of bij alinea 2 van artikel 59 voorziene bepalingen der wet of der besluiten, alsmede in geval van valsche aangifte of van bedrog, zullen de met het toezicht belaste ambtenaren, processen-verbaal opmaken die geloofwaardig zijn tot bewijs van het tegendeel.
Een kopij van het proces-verbaal wordt, binnen de acht en veertig uren, aan den overtreder overhandigd, dit op straffe van nietigheid."