Kruimelpad
Artikel 170bis uit Kinderbijslagwet werknemers
Tekst
De vrije kinderbijslagfondsen en de bijzondere fondsen mogen geen onroerende goederen verwerven of er afstand van doen zonder vooraf machtiging daartoe te hebben gekregen van de bevoegde minister, op advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers. De machtiging van de minister wordt geacht te zijn verkregen als geen beslissing is genomen binnen een termijn van twee maanden na de datum van de aanvraag van het fonds.
Zij mogen bovendien haar tegoed en beschikbare gelden slechts gebruiken voor de verwezenlijking der verrichtingen met het oog waarop zij werden erkend overeenkomstig artikel 23 of ingesteld bij toepassing van artikel 31.
Het tegoed en de beschikbare gelden welke niet tot dit doeleind zouden worden gebruikt dienen te worden belegd in fondsen waarvan de lijst door de Minister van Financiën wordt opgemaakt."
Historiek
De wet van 29.03.2012, art. 12 (B.S. 30.03.2012), van kracht vanaf 9.04.2012, heeft art. 170bis, eerste lid, vervangen door de volgende bepaling:
" De vrije kinderbijslagfondsen en de bijzondere fondsen mogen geen onroerende goederen verwerven of er afstand van doen zonder vooraf machtiging daartoe te hebben gekregen van de bevoegde minister, op advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers. De machtiging van de minister wordt geacht te zijn verkregen als geen beslissing is genomen binnen een termijn van twee maanden na de datum van de aanvraag van het fonds. "