Artikel 28 uit Kinderbijslagwet werknemers

Het K.B. nr. 290 van 30.03.1936, art. 1 (B.S. 07.04.1936, Err. B.S. 24.04.1936), van kracht vanaf 01.07.1936, heeft de tekst van artikel 13 als volgt gewijzigd :

"De toelating mag door de Koning ingetrokken worden :

a) wanneer de compensatiekas zich niet gedraagt of toelaat dat haar leden of de door de haar bediende arbeiders zich niet gedragen, 't zij naar deze wet of naar de besluiten gegeven met het oog op haar uitvoering, 't zij naar haar statuten of reglementen ;

b) Wanneer zij weigert zich te lenen tot de controle voorzien bij deze wet ;

c) Wanneer zij de controle, die bij artikel 141, alinea 1, is voorzien niet inricht of, in feite, niet op volkomen bevredigende wijze uitoefent ;

d) In geval van ernstige onregelmatigheid ;

e) In algemene regel, telkenmale dat de belangen van de begunstigde kinderen, van de arbeiders, van de werkgevers, ofwel de normale werking van de compensatie in de tweede graad die is voorzien bij artikel 101, ernstig bedreigd zijn."