Kruimelpad
Artikel 39 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het K.B. nr. 290 van 30.03.1936, art. 1 (B.S. 07.04.1936 ; Err. B.S. 24.04.1936), van kracht vanaf 01.07.1936, heeft een artikel 17bsepties ingelast waarvan de tekst was opgesteld als volgt ::
"Wanneer een werkgever ophoudt van een krachtens artikel 6 toegelaten vrije compensatiekas deel uit te maken, wegens ontslag of uitsluiting, dan moet de betrokken kas er binnen de veertien dagen den bevoegden Minister en de Nationale Compensatiekas voor gezinsvergoedingen, waarvan de oprichting bij artikel 49 is voorzien, van verwittigen.
Dezelfde mededeeling wordt, binnen denzelfden termijn, per ter post aangeteekenden brief aan de Hulpkas gedaan.
Bij niet-naleving van de bepaling van voorgaande alinea, is de betrokken kas aansprakelijk voor de niet-betaling van de bijdragen welke de belanghebbende werkgever aan de Hulpkas zou verschuldigd zijn voor het tijdperk dat begrepen is tusschen zijn aansluiting van rechtswege bij laatstgenoemde kas en den datum, waarop deze van die aansluiting kennis zou hebben gekregen.
Indien de belanghebbende werkgever bedoelde bijdragen niet stort binnen een termijn van veertien dagen vanaf den datum waarop zij hem door de Hulpkas werden gevraagd, is deze er toe gerechtigd de stortingen er van te eischen van de kas die heeft verwaarloosd, haar binnen den bepaalden termijn de bij alinea 2 bedoelde mededeling te doen.
De betrokken kas moet de storting doen binnen de acht dagen, maar zij heeft recht op verhaal tegen den betrokken werkgever."