Artikel 41 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
De Wet van 27.03.1951, art. 22 (B.S. 31.03.1951), van kracht vanaf 01.04.1951, heeft artikel 41 vervangen door de volgende bepaling :
"De kinderbijslag wordt toegekend in evenredigheid met het aantal werkelijk volbrachte arbeidsdagen. Hij is in elk geval verworven van de eerste arbeidsdag af.
Met de werkelijk volbrachte arbeidsdagen dienen, voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld :
a) De dagen gedurende welke geen enkele arbeidsprestatie werd geleverd wegens ziekte of ongeval, in het geval bepaald bij artikel 56 ;
b) De vergeldende rustdagen bepaald bij artikel 4, lid 4, van de wet van 14 juni 1921, tot invoering van de achturendag en de acht-en-veertig urenweek ;
c) De verlofdagen, betaald bij toepassing van de wetgeving betreffende het jaarlijks verlof der loonarbeiders ;
d) De feestdagen en vergeldende verlofdagen, betaald bij toepassing van de wetgeving betreffende het toekennen van loon aan de arbeiders gedurende een bepaald aantal feestdagen per jaar ;
e) De dagen gedurende welke de arbeider gevolg geeft aan een normale oproeping of wederoproeping onder de wapens. De Koning bepaalt, op de voordracht van de Ministers van Arbeid en Sociale Voorzorg, Binnenlandse Zaken en Landsverdediging, welke de normale oproepingen of wederoproepingen zijn voor de toepassing van dit artikel en van artikel 77.
De betaling van de krachtens lid 2 verschuldigde kinderbijslag geschiedt door de compensatiekas, de overheid of de overheidsinstelling die laatst er mede belast was aan de arbeider de kinderbijslag uit te keren waarop hij wegens zijn arbeidsprestaties kan aanspraak maken."