Artikel 42 uit Kinderbijslagwet werknemers

Het K.B. van 10.04.1957, art. 3 (B.S. 15-16.04.1957), dat uitwerking had vanaf 01.04.1957, heeft lid 1 vervangen door de volgende bepaling :

"Wanneer, in de loop van één maand, het aantal werkelijk door een persoon gepresteerde arbeidsdagen ten minste drie en twintig bedraagt, wordt de dagelijkse bijslag, wat hem betreft, vervangen door een forfaitaire maandelijkse bijslag ten bedrage van :

Voor het eerste kind, 425 frank ;
Voor het tweede kind, van minder dan 6 jaar oud, 425 frank ;
van 6 jaar tot 10 jaar oud, 525 frank, en van meer dan 1O jaar oud, 6OO frank ;
Voor het derde kind, van minder dan 6 jaar oud, 500 frank ;
van 6 jaar tot 1O jaar oud, 600 frank, en van meer dan 10 jaar oud, 675 frank ;
Voor het vierde kind, van minder dan 6 jaar oud, 575 frank ;
van 6 jaar tot 10 jaar oud, 675 frank, en van meer dan 10 jaar oud, 750 frank ;
Van het vijfde kind af, van minder dan 6 jaar oud, 745 frank ;
van 6 jaar tot 10 jaar oud, 845 frank, en van meer dan 10 jaar oud, 920 frank.

De bedragen verhoogd in funktie van de leeftijd, voorzien in de vorige alinea, zijn verschuldigd van de eerste dag af van de maand welke volgt op deze in de loop waarvan het kind de leeftijd van 6 of van 10 jaar heeft bereikt."