Kruimelpad
Artikel 48 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het K.B. nr. 282 van 31.03.1984, art. 3 (B.S. 13.04.1984), van kracht vanaf 01.05.1984 heeft het eerste en tweede lid vervangen door de volgende bepalingen :
"Het recht op de kinderbijslag dat ten gunste van een kind ontstaat door zijn geboorte, wordt toegekend vanaf de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin het kind is geboren; dit is eveneens het geval wanneer het recht op de kinderbijslag ontstaat ingevolge adoptie, wettiging door adoptie of opname onder pleegvoogdij.
Nochtans, wanneer, ingevolge een andere gebeurtenis in hoofde van het kind dan deze vermeld in het eerste lid, het recht op kinderbijslag ten gunste van een kind ontstaat in de loop van een maand, wordt het geacht verworven te zijn van de eerste dag van die maand.
Wanneer het in het eerste en tweede lid bedoelde recht een einde neemt in de loop van een maand, wordt het geacht verloren te zijn op het einde van die maand.
De toepassing van het eerste lid belet niet dat voor de toepassing van artikel 73bis recht bestaat op kinderbijslag op het ogenblik van de in dat laatste artikel bedoelde gebeurtenis.
Iedere gebeurtenis die aanleiding geeft in de loop van een maand tot de toekenning van een hoger of een lager bedrag aan kinderbijslag, geeft aanleiding tot de toekenning van dit hoger of lager bedrag, de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de gebeurtenis plaats had ; het van toepassing zijnde bedrag wordt toegekend tot het einde van de maand."
Het K.B. nr. 282 van 31.03.1984, art. 4 (B.S. 13.04.1984), van kracht vanaf 01.05.1984, heeft in lid 4 de woorden "lid 3" vervangen door de woorden "lid 6".
De programmawet van 22.12.1989, art. 59, 2° (B.S. 30.12.1989), die uitwerking had vanaf 01.05.1984, heeft lid 5 vervangen door de volgende bepaling :
"Iedere gebeurtenis die zich in de loop van een maand voordoet en die het toekennen of het verliezen van het bedrag voorzien bij artikel 50bis of van één van de bijslagen bedoeld in de artikelen 42bis, 44, 47 en 50ter impliceert, geeft aanleiding tot het toekennen of het verliezen van dat bedrag of van deze bijslag vanaf de eerste dag van de maand die volgt op deze in de loop waarvan ze zich heeft voorgedaan. Echter, wanneer een dergelijke gebeurtenis zich voordoet op de eerste dag van de maand, vangt de toekenning of het verlies van dit bedrag of van één van deze bijslagen aan vanaf deze eerste dag."