Kruimelpad
Artikel 52 uit Kinderbijslagwet werknemers
Tekst
De kinderbijslag is niet verschuldigd ten behoeve van de kinderen die worden opgevoed of lessen volgen buiten het Koninkrijk.
De Minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volkgezondheid en Leefmilieu die hij aanduidt, kan evenwel in behartigenswaardige gevallen een vrijstelling verlenen van de in het vorige lid bepaalde voorwaarden. Als hij van die mogelijkheid gebruik maakt, bepaalt de minister of de aangewezen ambtenaar het bedrag van de kinderbijslag.
De Minister van Sociale Zaken heeft dezelfde bevoegdheid inzake categorieën van behartigenswaardige gevallen. Hij dient dan wel vooraf het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers in te winnen.
Historiek
De wet van 22.12.2008, art. 209 (B.S. 29.12.2008) van kracht op 01.01.2009,heeft het tweede lid aangevuld met de volgende zin:
"Als hij van die mogelijkheid gebruik maakt, bepaalt de minister of de aangewezen ambtenaar het bedrag van de kinderbijslag."
Referenties
MO 190 van 6 maart 1963 - Kinderen opgevoed buiten het Rijk - Begrip en afwijking
MO 241 van 7 juni 1967 - Interpretatie van het KB nr. 7 van 18 april 1967 (uittreksel)
MO 498 van 11 april 1991 - Toepassing van artikel 76 van Verordening (EEG) 1408/71
MO 536 van 21 maart 1994 - Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
CO 730 van 6 maart 1964 - Toepassing van de ministeriële omzendbrief nr. 190 van 6 maart 1963
CO 735 van 16 april 1964 - Toepassing van MO nr. 190
CO 923 van 21 november 1972 - Politieke vluchtelingen - Arbeidsvergunning