Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 55 uit Kinderbijslagwet werknemers

    De wet van 01.08.1985, art. 26 (B.S. 06.08.1985), van kracht vanaf 01.09.1985, heeft art. 55 vervangen door de volgende bepaling :

    "De echtgenoot of echtgenote die verlaten worden door zijn vrouw of door haar man en die, tengevolge van die verlating, geen recht meer heeft op kinderbij¬slag behoudt niettemin dit recht voor :

    a) de kinderen die hij of zij opvoedt en die deel uitmaken van het gezin op het ogenblik van de verlating ;

    b) de gemeenschappelijke kinderen die hij of zij opvoedt en die werden geboren binnen de zes maand na de verlating.

    Het recht op kinderbijslag wordt toegekend vanaf de verlating tot dat het jongste kind dat deel uitmaakt van het gezin op het ogenblik van de verlating of binnen de zes maand daarna geboren wordt, de leeftijd van drie jaar heeft bereikt en minstens voor een periode van twaalf maanden.

    Het genot van deze bepalingen is ondergeschikt aan de aangifte van de verlating door de verlaten echtgenoot of echtgenote bij de vrederechter van zijn of haar woonplaats of van de neerlegging van een klacht bij de brigadebevelhebber van de rijkswacht of de politiecommissaris van zijn of haar woonplaats, binnen de drie maand na de verlating.

    De man die zijn echtgenote of de vrouw die haar echtgenoot verlaat moet, in de loop van de twaalf maanden die het tijdstip van de verlating onmiddellijk voorafgaan, de voorwaarden vervuld hebben om aanspraak te maken op ten minste zes maandelijkse forfaitaire bijslagen, krachtens deze wetten, het koninklijk besluit nr 48 van 24 oktober 1967 betreffende de toekenning van gezinsbijslag aan de gedetineerden (stelsel van de werknemers) of het koninklijk besluit nr 49 van 24 oktober 1967 betreffende de gezinsbijslag voor werklozen. 

    De in dit artikel bedoelde kinderbijslag is verschuldigd door het kinderbijslagfonds, de overheid of de openbare instelling die krachtens deze wetten of het koninklijk besluit nr 49 van 24 oktober 1967 betreffende de gezinsbijslag voor werklozen laatst bevoegd was voor het uitkeren van de kinderbijslag in hoofde van de man of de vrouw die zijn echtgenote of haar echtgenoot verliet.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt een echtgenoot of echtgenote niet als verlaten aangezien, indien zijn vrouw of haar man de vrijheid is beroofd krachtens een veroordeling, een maatregel van voorlopige hechtenis of een beslissing genomen bij toepassing van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers of van de wet van 27 november 1891 tot beteugeling van de landloperij en de bedelarij.

    De bij dit artikel bedoelde bijslag wordt slechts toegekend in zoverre er geen ander recht bestaat in het stelsel van de werknemers of in het stelsel van de zelfstandigen."

     

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top