Kruimelpad
Artikel 56bis uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
De wet van 01.08.1985, art. 28 (B.S. 06.08.1985), van kracht vanaf 01.09.1985, heeft § 4 vervangen door de volgende bepaling :
"§ 4. Onverminderd de artikelen 101, derde lid, 3°, en 111, is de kinderbijslag bedoeld in dit artikel door de kinderbijslaginstelling, de overheid of de openbare instelling, die laatst bevoegd was, krachtens deze wetten of krachtens het koninklijk besluit nr 49 van 24 oktober 1967 betreffende de gezinsbijslag voor werklozen, kinderbijslag uit te keren in hoofde van de overleden ouder, indien deze op het ogenblik van het overlijden voldeed aan de in § 1 gestelde voorwaarde.
Onverminderd de bepalingen van de artikelen 101, derde lid, 3°, en 111, is, indien de overledene op het ogenblik van het overlijden de vereiste voorwaarde niet vervulde, maar de overlevende ouder deze wel vervulde, de kinderbijslag bedoeld in dit artikel, verschuldigd door de kinderbijslaginstelling, de overheid of de openbare instelling waarbij de overlevende ouder op het ogenblik van het overlijden tot kinderbijslag gerechtigd was krachtens deze wetten of het koninklijk besluit nr 49 van 24 oktober 1967 betreffende de gezinsbijslag voor werklozen."