Kruimelpad
Artikel 56bis uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
De wet van 05.01.1976, art. 128 en 135 (B.S. 06.01.1976 - Err. B.S. 22.01.1976),die uitwerking had vanaf 01.01.1976, heeft art. 56bis als volgt gewijzigd :
1° § 1 werd vervangen door de volgende bepaling :
"§ 1. Is tegen de bij artikel 5Obis bepaalde bedragen op de kinderbijslag gerechtigd de wees, indien op het ogenblik van het overlijden van een van de ouders, de loontrekkende vader of moeder in de loop van de driehonderd vijfenzestig dagen welke onmiddellijk het overlijden voorafgaan over ten minste honderdvijftig dagen krachtens een arbeidsovereenkomst werkelijk tewerkgesteld was.
De Minister van Sociale Voorzorg kan, in behartigenswaardige gevallen, de duur van de beroepsloopbaan bepaald in het eerste lid, verminderen."
2° § 2 werd vervangen door de volgende bepaling :
"§ 2. De in § 1 bedoelde kinderbijslag wordt nochtans verleend tegen de bij artikelen 4O en 42 bepaalde bedragen, indien de overlevende vader of moeder een huwelijk aangaat of een huishouden vormt. Voor de toepassing van dit artikel wordt als huishouden aangezien elke samenwoning van personen van verschillend geslacht, behalve wanneer die personen bloed- of aanverwanten zijn tot en met de derde graad.
Het voordeel van § 1 mag opnieuw worden ingeroepen, wanneer de in het eerste lid bedoelde oorzaken van uitsluiting opgehouden hebben te bestaan of wanneer het huwelijk van de overlevende ouder, die geen huishouden vormt, gevolgd is door een scheiding van tafel en bed.
Deze paragraaf is niet toepasselijk indien de wees door zijn overlevende ouder verlaten is."
3° in § 3, 1ste alinea werden de woorden "paragrafen 1 en 2" vervangen door de woorden "paragraaf 1".
4° § 3, 2de alinea werd vervangen door de volgende bepaling :
"De gepensioneerde ouder moet op het ogenblik van de toelating tot het pensioen aan de voorwaarden betreffende de in § 1 bedoelde loopbaan hebben voldaan."
5° in § 4, 1ste alinea werden de woorden "paragrafen 1 en 2" vervangen door de woorden "paragraaf 1".
6° in § 5 werden de woorden "Nationale Kas" vervangen door de woorden "Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers".
7° in § 6 werden de woorden "§ 2" vervangen door de woorden "§ 1".
Een overgangsbepaling werd ingevoegd, luidend als volgt :
"Wordt geacht te voldoen aan de voorwaarden van beroepsloopbaan bepaald bij artikel 56bis, § 1 van dezelfde wetten, de werknemer die op het ogenblik van het overlijden niet hoorde onder de gevallen van uitsluiting bepaald bij artikel 59 van dezelfde wetten.
Dit artikel is alleen toepasselijk zo de in het eerste lid bedoelde omstandigheid zich heeft voorgedaan vóór de inwerkingtreding van deze wet."