Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 56quater uit Kinderbijslagwet werknemers

    Het K.B. nr. 534 van 31.03.1987, art. 10 (B.S. 16.04.1987 - Err. 21.07.1987), van kracht vanaf 01.04.1987, heeft artikel 56quater als volgt gewijzigd :

    - Het 1ste, 2de en 3de lid werden vervangen door de volgende bepaling :

    "Is tegen de bij artikelen 40 en 42 van deze wetten bepaalde bedragen op kinderbijslag gerechtigd ten gunste van het kind dat deel uitmaakt van zijn gezin, de persoon die een overlevingsuitkering geniet, verschuldigd wegens een beroepsaktiviteit van de overleden echtgenoot dewelke recht opent op kinder¬bijslag krachtens deze wetten, als de volgende voorwaarden zijn vervuld :

    1° het kind moet deel uitmaken van het gezin van de overlevende persoon op het ogenblik van het overlijden ;

    2° de overlevende echtgenoot moet :

    a) recht openen op kinderbijslag voor dat kind op het ogenblik van het overlijden ;

    b) in de loop van de twaalf maanden die het overlijden onmiddellijk voorafgaan de voorwaarden hebben vervuld om aanspraak te maken op ten minste zes maandelijkse forfaitaire bijslagen krachtens deze wetten op het koninklijk besluit nr. 48 van 24 oktober 1967 betreffende de toekenning van gezinsbijslag aan de gedetineerden (stelsel van werknemers) ;

    3° de overlevende persoon mag geen huishouden vormen in de zin van artikel 56bis, § 2, eerste lid, van deze wetten, noch een nieuw huwelijk hebben aangegaan, behalve indien dit huwelijk ontbonden is ingevolge echtscheiding of gevolgd is door een scheiding van tafel en bed."

    De voorwaarde bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, a) is niet vereist indien de persoon die de overlevingsuitkering geniet, gerechtigd is overeenkomstig dit artikel ten behoeve van zijn kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, neven of nichten, van kinderen die hij geadopteerd heeft of gewettigd door adoptie of waarover hij pleegvoogd is, van kinderen die hem zijn toevertrouwd, bedoeld in artikel 51, tweede lid, 8° van deze wetten of van kinderen voor dewelke de Minister van Sociale Zaken een afwijking toestaat uit hoofde van deze persoon."

    - In het vierde lid werden de woorden "of het koninklijk besluit nr. 49 van 24 oktober 1967 betreffende de gezinsbijslag voor werklozen" geschrapt.
     

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top