Artikel 56quinquies uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
De programmawet van 22.12.1989, art. 73 (B.S. 30.12.1989), van kracht vanaf 1.4.1990, heeft artikel 56quinquies als volgt gewijzigd :
- in § 1, eerste lid, werden de woorden "tegen de bij artikel 50ter bepaalde bedragen ten behoeve van de in artikel 51, tweede lid, 1°, 2°, 3°, 4°, 7° en 8°" vervangen door de woorden "tegen de bij artikel 40 bepaalde bedragen en tegen de bijslagen, bepaald bij artikel 50ter voor de kinderen, bedoeld in artikel 51, § 3, 1°, 2°, 3°, 6°, 7° en 8°" ;
- in § 2, tweede lid, werden de woorden "bij artikelen 40 en 42" vervangen door de woorden "bij artikel 40" en werd het woord "nieuw" weggelaten ;
- § 2, derde lid werd vervangen door de volgende bepaling :
"Het voordeel van het eerste lid mag opnieuw worden ingeroepen, wanneer de in het tweede lid bepaalde oorzaken van uitsluiting hebben opgehouden te bestaan of wanneer het huwelijk van de overlevende ouder, die geen huishouden vormt, gevolgd wordt door een scheiding van tafel en bed of door een feitelijke scheiding, bekrachtigd door een gerechtelijke beschikking die het echtpaar een afzonderlijke verblijfplaats aanduidt" ;
- in § 3, eerste lid, werden de woorden "bij artikel 40 en 42" vervangen door de woorden "bij artikel 40" ;
- § 3, derde lid, werd vervangen door de volgende bepaling :
"Het voordeel van het eerste lid mag opnieuw worden ingeroepen, wanneer de in het tweede lid bepaalde oorzaken van uitsluiting hebben opgehouden te bestaan of wanneer het huwelijk van de overlevende echtgenoot, die geen huishouden vormt, gevolgd wordt door een scheiding van tafel en bed of door een feitelijke scheiding, bekrachtigd door een gerechtelijke beschikking die het echtpaar een afzonderlijke verblijfplaats aanduidt" ;
- § 4 werd opgeheven.
De wet van 29.12.1990, art. 81 (B.S. 09.01.1991), van kracht vanaf 01.04.1990, (Wet van 4.4.1991 - B.S. 22.6.1991) heeft tussen het eerste en het tweede lid, het volgende lid ingevoegd :
"De rechthebbende behoudt dit recht ten behoeve van de kinderen waarvan sprake is in het eerste lid, wanneer ze geplaatst zijn in een instelling overeenkomstig artikel 70".