Artikel 57 uit Kinderbijslagwet werknemers

De wet van 27.03.1951, art. 30 (B.S. 31.03.1951), van kracht vanaf 01.04.1951, heeft artikel 57 vervangen door de volgende bepaling :

"Is op de kinderbijslag gerechtigd :

1° De arbeider die, krachtens de wetten betreffende de verplichte verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood, een ouderdomspensioen geniet of die, na de leeftijd van 60 jaar te hebben bereikt, een ouderdomsrente geniet krachtens een regel die toepasselijk is op alle arbeiders of op zekere categorieën arbeiders behorend tot éénzelfde onderneming ;

2° De arbeider die een pensioen geniet ten laste van de Staat, een provincie, een gemeente of van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen.

Onverminderd de bepalingen van artikel 101, lid 3, 2°, wordt de bij dit artikel bedoelde kinderbijslag uitgekeerd door de compensatiekas of de openbare instelling die laatst er mede belast was de kinderbijslag waarop hij uit hoofde van zijn werkprestaties aanspraak kon maken, aan de arbeider uit te betalen."