Kruimelpad
Artikel 58 uit Kinderbijslagwet werknemers
Tekst
Voor de toepassing van de artikelen 56bis, 56quater, 56quinquies, §§ 2 en 3 en 56sexies, § 2, wordt de afwezigverklaring overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, gelijkgesteld met het overlijden.
Voor de toepassing van de artikelen 56bis en 56quater moet de afwezigverklaarde ouder of echtgenoot in de loop van de twaalf maanden die onmiddellijk voorafgaan aan de feitelijke afwezigheid vastgesteld in het getuigenverhoor bevolen bij toepassing van artikel 116 van het Burgerlijk Wetboek, de voorwaarden hebben vervuld om aanspraak te maken op minstens zes maandelijkse forfaitaire bijslagen krachtens deze wetten.
Historiek
De wet van 22.02.1998, art. 30 (B.S. 03.03.1998), van kracht vanaf 01.07.1998,heeft artikel 58 aangevuld met het volgende lid:
"Voor de toepassing van de artikelen 56bis en 56quater moet de afwezigverklaarde ouder of echtgenoot in de loop van de twaalf maanden die onmiddellijk voorafgegaan aan de feitelijke afwezigheid vastgesteld in het getuigenverhoor bevolen bij toepassing van artikel 116 van het Burgerlijk Wetboek, de voorwaarden hebben vervuld om aanspraak te maken op minstens zes maandelijkse forfaitaire bijslagen krachtens deze wetten."