Kruimelpad
Artikel 58 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Artikel 25 van de wet van 04.08.1930 (B.S. 04.09.1930), van kracht vanaf 14.09.1930, was als volgt opgesteld :
"Tenzij de statuten of reglementen der kas er voor de belanghebbende werklieden op meer voordeelige wijze hebben over beschikt, worden de vergoedingen toegekend in evenredigheid met het aantal werkelijke arbeidsdagen van den werkman in den loop der maand verstrekt. In elk geval, zijn zij verworven vanaf den eersten arbeidsdag.
De tijd gedurenden welken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, voor bedienden of de overeenkomst voor dienstverhuring mocht onderbroken geweest zijn uit oorzaak van ziekte, ongeval, onvrijwillige werk¬loosheid of om gelijk welke andere wettige reden, wordt echter in aanmerking genomen.
Een koninklijk besluit kan het recht op de vergoedingen behouden voor op dagtaak aangeworven arbeiders of voor bepaalde categorieën dezer arbeiders, zelfs betreffende die dagen waarvoor, wegens een der redenen in vorig artikel vermeld, geene dienstovereenkomst werd afgesloten.
Voor iederen ongewettigden dag afwezigheid, kan op het bedrag der vergoedingen een acht en twintigste, een negen en twintigste, een dertigste of een één en dertigste worden afgehouden, volgens het getal dagen waaruit de maand bestaat.
Bij koninklijk besluit zal worden bepaald op welke wijze het bedrag der vergoedingen moet berekend worden, waarop aanspraak hebben de bij artikel 2, 1°, 5°, 6° en 7°, bedoelde arbeiders en, over 't algemeen, al de overige categorieën van personen, die herhaaldelijk bij meerdere patroons arbeiden."