Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 59 uit Kinderbijslagwet werknemers

    Het voordeel van deze wetten kan niet ingeroepen worden door de personen die in hoofdzaak een ander beroep uitoefenen dan dat van werknemer, verbonden door een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in deze wetten.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt een deeltijdse werknemer beschouwd hoofdzakelijk de hoedanigheid van werknemer te hebben wanneer de contractueel gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de betrokken werknemer ten minste de helft bedraagt van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de maatpersoon.

    Voor de bepaling van het hoofdzakelijk uitgeoefend beroep wordt rekening gehouden met de periodes die worden gelijkgesteld krachtens artikel 53.

    De Koning kan voor bepaalde categorieën werknemers bijzondere regelen bepalen.

    Het voordeel van deze wetten kan eveneens niet ingeroepen worden door de personen bedoeld in artikel 51, § 2, die een ander beroep uitoefenen dan dat van werknemer verbonden door een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in deze wetten, indien er in hoofde van deze personen een effectief recht op kinderbijslag bestaat voor een kind overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, vooraleer deze personen bedoeld in artikel 51, § 2, rechthebbende worden voor dit kind overeenkomstig dit artikel.

    De programmawet van 24.12.2002, art. 96 (B.S. 31.12.2002), van kracht vanaf 01.04.2003,heeft het artikel aangevuld met het volgende lid:

    "Het voordeel van deze wetten kan eveneens niet ingeroepen worden door de personen bedoeld in artikel 51, § 2, die een ander beroep uitoefenen dan dat van werknemer verbonden door een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in deze wetten, indien er in hoofde van deze personen een effectief recht op kinderbijslag bestaat voor een kind overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, vooraleer deze personen bedoeld in artikel 51, § 2, rechthebbende worden voor dit kind overeenkomstig dit artikel."
     

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Datum einde geldigheid
    Top