Artikel 59 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het O.K.B. van 22.12.1938, art. 356 (B.S. 04.02.1939 - err. B.S. 11 en 26.02.1939), van kracht vanaf 14.02.1939, heeft de eerste alinea vervangen door de volgende bepaling :
"Het voordeel van deze wet kan niet ingeroepen worden door de personen die, in hoofdzaak, een ander beroep uitoefenen dan dat van arbeider door een dienstcontract gebonden, in de beteekenis aan die uitdrukking gegeven bij de artikelen 2 en volgende van deze wet.
De bepaling van het beroep dat in hoofdzaak wordt uitgeoefend geschiedt overeenkomstig de bepalingen van het artikel 117 van het organiek koninklijk besluit van 22 december 1938.
Tegen de bij de drie eerste alinea's van bedoeld artikel gevestigde vermoedens is geen enkel bewijs ontvankelijk.
Kunnen evenmin op de voordeelen van deze wet aanspraak maken, de personen die, gewoonlijk, werkelijk minder dan honderd dagen per jaar of minder dan vier uren per dag arbeiden voor rekening van een of meerdere aan de wet onderworpen werkgevers..."