Artikel 60 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het K.B. van 30.03.1936, art. 26 (B.S. 07.04.1936, Err. B.S. 24.04.1936), van kracht vanaf 01.07.1936, heeft artikel 26 vervangen door de volgende bepaling :
"Onverminderd alinea 2 van artikel 21, hebben de arbeiders geen recht op gezinsvergoedingen uit hoofde van de kinderen die ze verlaten hebben, in den zin die aan deze uitdrukking wordt gegeven bij artikel 20, alinea 4, wanneer de persoon die deze kinderen uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste heeft, aanspraak kan maken op gezinsvergoedingen uit hoofde dezer laatsten wegens zijn eigen arbeid, dit bij toepassing van artikel 20, alinea 3 of 5.
Indien bedoelde persoon dit recht niet heeft, kan hij van de vrederechter, zoo noodig vóór de bevoegde rechtsmacht, de toelating bekomen om de gezinsver¬goedingen te vragen, waartoe de arbeid van den persoon die ze verlaten heeft aanleiding geeft ten bate van de betrokken kinderen en ze in plaats van deze laatste te ontvangen.
De uit den echt of van tafel en bed gescheiden echtgenoot heeft geen recht op gezinsvergoedingen uit hoofde van zijn eigen kinderen, wanneer de andere echtgenoot op dit voordeel kan aanspraak maken ten bate van gezegde kinderen, luidens artikel 20, alinea 6.
Onverminderd artikel 30bis, van de wet dd. 1 augustus 1930 betreffende de oppensioenstelling der mijnwerkers, genieten evenmin de bij de bepalingen van deze wet voorziene voordelen, de personen die recht hebben op gezinsvergoedin¬gen krachtens andere wettelijke of reglementaire bepalingen.
Indien het recht van den arbeider op gezinsvergoedingen, in een andere hoedanigheid dan deze bij de huidige wet voorzien, door hem betwist wordt, dan moet de betrokken compensatiekas zulks verrechtvaardigen.
Te dien einde mag zij, zoo nodig, zich aanstellen als aanvraagster, in naam van den arbeider, vóór de bevoegde rechtsmacht of beheer.
Indien de gezinsvergoedingen waarop de arbeider in andere hoedanigheid recht heeft minder bedragen als deze die hem toekomen luidens deze wet, mag de belanghebbende het verschil opeischen bij uitvoering van deze wet."