Artikel 62 uit Kinderbijslagwet werknemers

De wet van 04.07.1969, art. 11 (B.S. 12.07.1969), van kracht vanaf 01.07.1969, heeft art. 62 als volgt gewijzigd :

a) een § 1bis werd ingevoegd, luidend als volgt :

"§ 1bis. De kinderbijslag wordt verleend tot 16 jaar ten behoeve van het kind dat geen andere winstgevende bedrijvigheid uitoefent dan die bepaald ter uitvoering van § 4, tweede lid, en dat bovendien geen sociale uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid of onvrijwillige werkloosheid geniet bij toepassing van een Belgische of van een buitenlandse regeling betreffende de ziekte en invaliditeit, de werkloosheid, de arbeidsongevallen, de beroepsziek¬ten of de minder-validen.

Zo de in het eerste lid bedoelde sociale uitkeringen verleend worden op grond van de toegelaten winstgevende bedrijvigheid, zijn ze geen beletsel voor de toepassing van deze paragraaf."

b) § 3, werd aangevuld met een 2de alinea, luidend als volgt :

"De kinderbijslag wordt verleend tot 25 jaar ten behoeve van het in het eerste lid, 1°, bedoelde jonge meisje op voorwaarde dat er in het gezin :

1° ten minste een kind is dat rechtgevend is bij toepassing van § 1 ;

2° of ten minste een minder-valide kind van minder dan 25 jaar is, dat rechtgevend op kinderbijslag is."

c) § 4 werd vervangen, door de volgende bepaling :

"§ 4. De kinderbijslag wordt, onder de door de Koning bepaalde voorwaarden, verleend tot 25 jaar ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een stage doorloopt om in een ambt te kunnen worden benoemd.

De Koning bepaalt eveneens onder welke voorwaarden de uitoefening van een winstgevende bedrijvigheid geen beletsel is voor de toepassing van deze paragraaf."