Kruimelpad
Artikel 62 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het K.B. nr. 7 van 18.04.1967, art. 16 (B.S. 20.04.1967), van kracht vanaf 01.07.1967, heeft dit artikel als volgt gewijzigd:
"§ 1. De kinderbijslag wordt verleend totdat het kind de leeftijd van 14 jaar bereikt of de leeftijd waarop de leerplicht eindigt, indien het kind voordien 14 jaar wordt.
§ 2. De kinderbijslag wordt verleend tot 21 jaar ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst, op voorwaarde dat:
1° die leerovereenkomst niet werd afgesloten met een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad;
2° die leerovereenkomst erkend en gecontroleerd is:
a) overeenkomstig de reglementering betreffende de beroepsopleiding en de beroepsvolmaking in ambachten en neringen;
b) door het Nationaal Paritair Comité voor de diamantnijverheid, als het om een leerovereenkomst in die nijverheid gaat;
c) door het provinciaal gouvernement van West-Vlaanderen, als het om een leerovereenkomst in de vlasnijverheid gaat;
3° het krachtens die leerovereenkomst aan de leerling toegekende loon, met inbegrip van de kosteloos door de patroon verschafte maaltijden, niet hoger is dan het bedrag bepaald door de Minister van Sociale Voorzorg, die eveneens de voor de toepassing van deze bepaling geldende waarde van de maaltijden vaststelt.
De Koning kan de in het eerste lid, 2°, voorkomende opsomming wijzigen.
§ 3. De kinderbijslag wordt verleend tot 21 jaar ten behoeve van:
1° het jonge meisje dat, als huishoudster, de overleden moeder vervangt en geen andere dan huishoudelijke arbeid verricht ; voor de toepassing van deze bepaling worden met de overleden moeder gelijkgesteld:
a) de uit de echt gescheiden moeder, de van tafel en bed gescheiden moeder, de in feite gescheiden moeder;
b) de moeder die wegens een blijvende geestesziekte in een instelling is geplaatst;
c) de moeder die wegens ernstige ziekte, blindheid, verlamming of gebrekkigheid volledig ongeschikt is haar huishouden te verzorgen gedurende ten minste zes maand, op voorwaarde dat er in het gezin geen andere persoon dan het meisje is om de moeder in het huishouden te verzorgen; de ongeschiktheid wordt vastgesteld zoals bepaald door de Koning;
2° een jong meisje uit een gezin met ten minste vier kinderen van wie er ten minste drie rechtgevend op kinderbijslag zijn, en dat de moederhuishoudster in haar taak bijstaat ; noch de moeder, noch het meisje mogen andere dan huishoudelijke arbeid verrichten.
§ 4. De kinderbijslag wordt verleend tot 25 jaar ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt in de voorwaarden bepaald door de Koning."