Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 63 uit Kinderbijslagwet werknemers

    Het K.B. nr. 122 van 30.12.1982, art. 11 (B.S. 12.01.1983 - Err. B.S. 12.02.1983), heeft een nieuwe 2de alinea ingelast, luidend als volgt :
    "Het in het eerste lid, 2°, bedoelde kind mag behoudens indien het kind zich in de toestand bevindt vermeld in voormeld 2°, onder b tot e, geen aktiviteit uitoefenen die aanleiding geeft tot verzekeringsplicht ingevolge een van de regelingen van sociale zekerheid, geen sociale uitkeringen genieten wegens arbeidsongeschiktheid, onvrijwillige werkloosheid of pensionering behalve een tegemoetkoming toegekend ingevolge de wetgeving betreffende de toekenning van tegemoetkomingen aan minder-validen."
     


    Het K.B. nr. 207 van 13.09.1983, art. 11 en 12 (B.S. 29.09.1983), dat uitwerking had vanaf 01.01.1983 (wat het eerste en tweede lid betreft) en van kracht was vanaf 1.10.1983 (wat het derde lid betreft), heeft art. 63, eerste, tweede en derde lid als volgt gewijzigd :
    "De kinderbijslag blijft ten goede komen aan het rechtgevend kind :
    1° tot de leeftijd van 25 jaar, indien het ten minste 66 pct. arbeidsongeschikt is ;
    2° zonder leeftijdsbeperking :
    a) indien het wegens zijn lichaams- of geestesgesteldheid volledig ongeschikt blijkt om enig beroep uit te oefenen ;
    b) indien het ten minste 66 pct. arbeidsongeschikt is en te werk gesteld is in een beschutte werkplaats, bedoeld in artikel 47 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen ;
    c) indien het ten minste 66 pct. arbeidsongeschikt is en indien het tijdelijk buiten de onder b bedoelde werkplaats is tewerkgesteld binnen het kader van een herscholing, en onder de verantwoordelijkheid van de bedoelde werkplaats ;
    d) indien het ten minste 66 pct. arbeidsongeschikt is en tijdens zijn tewerkstelling bedoeld in b of c getroffen wordt door één of meer aandoeningen welke op zichzelf een arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 pct. veroorzaken ;
    e) indien het, gerechtigd zijnde op kinderbijslag ingevolge de bepalingen van d of g, gerechtigd wordt op werkloosheidsuitkeringen ;
    f) indien het ten minste 66 pct. arbeidsongeschikt is en tijdens zijn tewerkstelling bedoeld in b of c gerechtigd wordt op werkloosheids¬uitkeringen ;
    g) indien het, gerechtigd zijnde op kinderbijslag ingevolge de bepalingen van e of f hierboven, getroffen wordt door,,n of meer aandoeningen welke op zichzelf een arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 pct. veroorzaken.
    Het in het eerste lid, 2°, bedoelde kind mag, behoudens indien het zich in de toestand bevindt vermeld in voormeld 2°, onder b tot g, geen aktiviteit uitoefenen die aanleiding geeft tot verzekeringsplicht ingevolge een van de regelingen van sociale zekerheid, geen sociale uitkeringen genieten wegens arbeidsongeschiktheid of onvrijwillige werkloosheid, behalve een tegemoetkoming toegekend ingevolge de wetgeving betreffende de toekenning van tegemoetkomingen aan minder-validen ; het mag evenmin een rustpensioen genieten dat hoger is dan het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, behalve indien dit pensioen voortvloeit uit een tewerkstelling of een toestand bedoeld in het voormelde 2°, onder b tot g.
    De bij dit artikel bedoelde ongeschiktheid moet een aanvang hebben genomen, vooraleer het kind wegens het bereiken van de bij artikel 62 bepaalde leeftijdsgrens, heeft opgehouden rechtgevend op kinderbijslag te zijn.
    Bovendien moet deze ongeschiktheid zonder onderbreking blijven bestaan en wordt geen rekening gehouden met enige verhoging van deze ongeschiktheid na de leeftijdsgrens bedoeld in artikel 62."
     

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top