Kruimelpad
Artikel 64 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het K.B. nr. 534 van 31.03.1987, art. 21 (B.S. 16.04.1987), van kracht vanaf 01.04.1987, heeft art. 64 als volgt gewijzigd :
- § 2, B, werd vervangen door de volgende bepaling :
"B. Wanneer geen rechthebbende de voorwaarde vervult bepaald in A, 1° :
1° in hoofde van de rechthebbende eveneens bijslagtrekkende voor het derde van de kinderbijslag of van de rechthebbende waarmee de bijslagtrekkende voor het derde van de kinderbijslag een huishouden vormt, wanneer het rechtgevende kind in een instelling geplaatst is overeenkomstig het artikel 70 en op voorwaarde dat die rechthebbende niet van hetzelfde gezin deel uitmaakt als de rechthebbende aangewezen volgens de orde bepaald in A, 2°, a en b ;
2° in hoofde van diegene van deze rechthebbenden aangewezen volgens de orde bepaald in A, 2°, a en b ;
- artikel 64 werd aangevuld door een § 3, luidend als volgt :
"§ 3. Onverminderd artikel 66, heeft elke verandering van voorrangsgerechtigde rechthebbende, in de loop van een maand, uitwerking op de eerste dag van de volgende maand, wanneer de eerste voorrangsgerechtigde de voorwaarden, in voorkomend geval, behoudens deze bedoeld in artikel 51, tweede lid, vervult om voor die maand recht te doen ontstaan op de forfaitaire maandelijkse bijslag ; indien zulks niet het geval is, is het verschil tussen de dagelijkse kinderbijslag, die betaalbaar is in hoofde van deze rechthebbende en de forfaitaire maandelijkse bijslag, eventueel verschuldigd in hoofde van een andere rechthebbende, verschuldigd door de kinderbijslaginstelling die bevoegd is uit hoofde van deze laatste rechthebbende. Indien er een derde of nog meer rechthebbenden bestaan, is deze paragraaf analogisch toepasselijk."