Artikel 64 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het K.B. nr. 290 van 30.03.1936, art. 1 (B.S. 7.4.1936 - Err. B.S. 24.04.1936), van kracht vanaf 01.07.1936 heeft artikel 29 vervangen door de volgende bepaling :
"Indien verschillende arbeiders aanspraak kunnen maken op de gezinsvergoedingen uit hoofde van dezelfde kinderen, dan moet elk hunner daarvan aangifte doen bij de compensatiekas, die aangesteld is om hem te bedienen.
Elke betrokken compensatiekas vermindert alsdan de gezinsvergoedingen die zij toekent aan ieder der betrokken arbeiders, die door haar worden bediend, derwijze dat elke cumulatie worde vermeden.
Deze vermindering beloopt de helft, wanneer er sprake is van twee arbeiders ; de 2/3 wanneer zij ten getale van drie zijn en de 3/4 wanneer zij met vier zijn.
De statuten of de reglementen van elke compensatiekas beslissen of, en in bevestigend geval, in welke mate, er aanleiding toe bestaat te gelijkertijd te verminderen :
a. Het gedeelte der gezinsvergoedingen door haar uitgekeerd, hetwelk de minima-bedragen door het wettelijk barema vastgesteld zou overschrijden ;
b. De andere vergoedingen welke zij zou verlenen."