Artikel 69 uit Kinderbijslagwet werknemers

De wet van 04.08.1930, art. 32 (B.S. 04.09.1930), van kracht vanaf 14.09.1930 luidde als volgt :

"Onder welk stelsel ook de vrouw gehuwd zij, kan zij, zonder de hulp en met uitsluiting van haar man, de gezinsvergoeding en premiën uit hoofde van haar arbeid optrekken en daarover beschikken voor de behoeften van de kinderen.

De statuten of de reglementen van de compensatiekassen kunnen aan de gehuwde vrouw hetzelfde recht toekennen in verband met de vergoeding en premiën verbonden aan den arbeid van haar man.

In een en ander geval, nochtans, kan de man, indien dit in het belang van de kinderen wordt vereischt, verzet doen op de wijze als voorzien bij de artikelen 31 en 32 der wet van 10 maart 1900 op de arbeidsovereenkomst.

Bij ontstentenis, in de statuten eener kas, van het bij de tweede alinea van dit artikel voorziene beding, bezit de gehuwde vrouw, in verband met de vergoedingen en premiën verbonden aan den arbeid van haar man, hetzelfde recht van verzet."