Kruimelpad
Artikel 73quinquies uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
De wet van 05.01.1976, art. 133 (B.S. 06.01.1976), van kracht vanaf de door de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit, heeft een artikel 73quinquies ingevoegd luidend als volgt:
"Er wordt een sociaal-pedagogische bijslag toegekend :
1° aan iedere werknemer die valt onder de toepassing van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders of onder de regelingen betreffende de sociale zekerheid van mijnwerkers en met mijnwerkers gelijkgestelden of van zeelieden ter koopvaardij ;
2° aan de personen bedoeld in de artikelen 55, 56, 56bis, 56quater en 57 ;
3° aan de werkloze bedoeld in het koninklijk besluit nr. 49 van 24 oktober 1967 betreffende de gezinsbijslag voor werklozen ;
4° aan de gedetineerde werknemers bedoeld in het koninklijk besluit nr. 48 van 24 oktober 1967 betreffende de toekenning van gezinsbijslag aan de gedetineerden.
De sociaal-pedagogische bijslag wordt toegekend als de in het eerste lid bedoelde personen :
1° op de bij deze wetten bepaalde kinderbijslag aanspraak heeft voor een kind dat een bepaalde leeftijd niet heeft bereikt ;
2° geen inkomsten heeft waarvan het bedrag bepaalde grenzen overtreft.
De sociaal-pedagogische bijslag wordt uitbetaald aan de natuurlijke persoon die werkelijk het kind groot brengt. Deze bijslag is niet verschuldigd ten behoeve van de kinderen bedoeld in artikel 70.
Bij een in Ministerraad overlegd besluit bepaalt de Koning het bedrag van de sociaal-pedagogische bijslag, stelt de in het tweede lid, 1°, bedoelde leeftijd vast alsook de in het tweede lid, 2°, bedoelde inkomstengrens en de wijze waarop de inkomsten worden berekend. Bovendien bepaalt Hij benevens de andere toekenningsvoorwaarden, door wie de bijslag wordt uitbetaald alsook de periodiciteit van de uitbetaling.
Voor de koppeling aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen stemmen die bedragen overeen met de spilindex welke op 1 januari 1976 het bedrag van de kinderbijslag bepaalt.
De Koning bepaalt eveneens welke artikelen van deze wetten op de sociaal-pedagogische bijslag van toepassing zijn.
De Koning kan gedurende een periode van drie maanden volgend op de inwerkingtreding van dit artikel alle maatregelen nemen om de goede toepassing ervan te verzekeren."