Kruimelpad
Artikel 77 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het besluit van de Regent van 29.12.1944, art. 9 (B.S. 31.12.1944 ; Err. B.S. 12 en 13.02.1945), van kracht vanaf 01.01.1945 heeft de tekst als volgt gewijzigd :
"Behoudens in het geval voorzien bij het volgende artikel is elke werkgever, aangesloten bij een vrije compensatiekas erkend krachtens art. 19, bij één der speciale compensatiekassen waarvan sprake in artikel 31, of bij de Hulpcom¬pensatiekas, er toe verplicht voor elken persoon die hij te werk stelt krachtens een dienstcontract, een bijdrage te storten van 4 frank 30 centiem voor elken werkelijken gepresteerden arbeidsdag.
Indien de te werk gestelde persoon een vrouw is, wordt de bijdrage op 2 frank 50 centiem gesteld per werkelijk gepresteerden arbeidsdag.
Indien de totale som als bijdrage te betalen op het einde van de maand of van het kwartaal door een zelfden werkgever eindigt met een breuk, dan wordt de som afgerond naar onderen tot den volgenden frank.
Voor de toepassing van onderhavig artikel, zullen met werkelijk gepresteerde arbeidsdagen worden gelijk gesteld :
a) De dagen waarop de arbeidsprestaties onderbroken worden wegens ziekte of ongeval ;
b) De compensatie-rustdagen voorzien bij artikel 4, lid 4, van de wet van 14 juni 1921, houdende invoering van den achturenarbeid per dag en van de arbeidsweek van achtenveertig uren ;
c) De wettelijk opgelegde betaalde verlofdagen.
De aan de wet onderworpen werkgevers zullen bovendien bijdragen voor de leden van hun personeel die voor een periode terug onder de wapens worden geroepen, bij uitsluiting van de wederoproepingen wegens tuchtmaatregel."