Kruimelpad
Artikel 79 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het K.B. nr. 290 van 30.03.1936, art. 44 (B.S. 07.04.1936 ; Err. B.S. 24.04.1936), van kracht vanaf 01.07.1936, heeft artikel 79 als volgt gewijzigd :
"De Koning mag, na raadpleging van de commissie voor gezinsvergoedingen, de bijdragen die verschuldigd zijn, krachtens artikel 43, door de werkgevers die aangesloten zijn bij een der bijzondere kassen waarvan sprake in artikel 16, brengen op hoogstens 1 frank voor de arbeiders en hoogstens 50 centiem voor de arbeidsters.
Voor het mogelijk geval voorzien bij artikel 43bis, mag de maandelijkse bijdrage gebracht worden op hoogstens 25 frank voor de arbeiders en 12 frank 50 centiem voor de arbeidsters.
Wanneer de bepalingen van artikel 43, alinea's 3 tot 6, worden toegepast, worden de maxima-bedragen vastgesteld bij de voorgaande alinea's, verhoogd in dezelfde verhouding als de bijdragen vastgesteld bij artikel 43, alinea's 1 en 2.
De Koning mag ook, wat betreft de werkgevers die aangesloten zijn bij een der bijzondere kassen waarvan sprake in artikel 16, de storting eener vaste bijdrage vervangen door een bijdrage vastgesteld volgens het bedrag der bezoldiging die aan elken arbeider wordt uitbetaald of volgens alle andere basis.
De Koning heeft hetzelfde voorrecht ten opzichte van alle andere werkgevers die personen in dienst hebben behoorend tot een categorie van arbeiders voor wie het noodig zou zijn een bijzondere regeling te treffen."
De wet van 28.07.1936, art. 1 (B.S. 31.07.1936) dat uitwerking had vanaf 01.07.1936, heeft de alinea's 1 t.e.m. 3 vervangen door de volgende bepalingen :
"De Koning mag, na raadpleging van de Commissie voor de kindertoeslagen, de bijdragen die verschuldigd zijn, krachtens artikel 43, door de werkgevers die aangesloten zijn bij een der bijzondere kassen waarvan sprake in artikel 16, brengen op hoogstens fr. 1.40 voor de arbeiders en hoogstens fr. 0.75 voor de arbeidsters.
Voor het mogelijk geval voorzien bij artikel 43 bis, mag de maandelijksche bijdrage gebracht worden op hoogstens 35 frank voor de arbeiders en 18 fr. voor de arbeidsters.
Wanneer de bepalingen van artikel 43, alinea's 3 tot 6, worden toegepast, worden de maxima-bedragen vastgesteld bij de voorgaande alinea's verhoogd in dezelfde verhouding als de bijdragen vastgesteld bij artikel 43, alinea's 1 en 2."