Kruimelpad
Artikel 86 uit Kinderbijslagwet werknemers
Historiek
Het K.B. nr. 290 van 30.03.1936, art. 1 (B.S. 07.04.1936 ; Err. B.S. 24.04.1936) van kracht vanaf 01.07.1936, heeft een art. 44quater ingelast, luidend als volgt :
"Geen enkele bijdrage is verschuldigd uit hoofde :
1° van de dienstboden of huisbedienden, die bestendig bij hun werkgever kost en inwoon genieten, tenzij deze laatste hen terzelfdertijd bezigt aan werken die aanleiding geven tot het innen van een bijdrage ;
2° van de werkvrouwen ;
3° van de personen van vreemde nationaliteit op de monsterrol van een handelsvaartuig ingeschreven en die wegens niet gelijkstelling met de nationale arbeiders, het voordeel van deze wet niet genieten.
De werkgevers zijn, daarenboven, ervan ontslagen de bijdragen te betalen voor de personen door hen gewoonlijk minder dan achttien dagen per jaar, minder dan zes dagen per maand of minder dan twee uren per dag, te werk gesteld.
Een koninklijk besluit zal de wijze regelen voor het berekenen van de minima arbeidsprestaties beneden dewelke geen enkele bijdrage is verschuldigd voor de arbeiders waarvan sprake in artikel 2, 4° en 5°, alsmede voor al de andere categorieën van arbeiders ten aanzien derwelken hier het instellen van bijzondere regelingen zou noodig zijn."