Kruimelpad
CO 1383 bijlage 7/1 van 16 september 2016 - Verschilbetaling met Nederland - Praktische richtlijnen
Tekst
Deze omzendbrief bevat geactualiseerde richtlijnen wat betreft:
- De berekening van de verschilbetaling, in het bijzonder het veilig voorschot.
- De aangepaste frequentie voor het opvragen van de werkelijk betaalde bedragen in Nederland.
- Het opvragen van de gezinssamenstelling (het formulier E401).
De nieuwe richtlijnen zijn onmiddellijk van toepassing:
1. De berekening van de verschilbetaling
In verband met verschilbetaling vragen de kinderbijslagfondsen bij de Nederlandse SVB's de opgaven van de toegekende Nederlandse bijslagen op.
Naast de kinderbijslag kent Nederland ook de bijslagen Kindgebonden Budget (KGB) en Kinderopvangtoeslag (KOT). Tot vandaag dient bij de berekening van de aanvullende Belgische bijslag met deze bijslagen rekening te worden gehouden.
Omdat de hoogte van deze bijslagen afhankelijk is van het gezinsinkomen en het definitieve bedrag eerst bij de berekening van de inkomensbelasting (minstens 1 jaar na datum) wordt bepaald, lieten de SVB's ons tot nu opgaven van de ofwel definitieve bedragen, of, in afwachting hiervan, de maximale bedragen toekomen.
Vanaf 01/07/2016 is het de SVB's niet meer mogelijk/toegelaten maximale bedragen te berekenen. Zij zijn er vanaf die datum aan gehouden om de daadwerkelijk uitgekeerde bedragen op te geven. Er zal wel telkens worden vermeld of het gaat om definitieve dan wel voorlopige bedragen. Voor de berekening van het 'veilig voorschot' stellen we u volgende werkwijze voor :
-
Stap 1: Het Belgisch fonds betaalt een veilig voorschot (met marge van 10 %) op de werkelijk betaalde bedragen in het verleden. Het Belgisch kinderbijslagfonds vraagt de opgave op aan het SVB. Als het fonds bijvoorbeeld op 01/10/2016 de bedragen betaald voor het jaar 2015 van de SVB ontvangt, dan baseert het fonds zich voor de verschilbetaling in 2016 op het maandelijks bedrag toegekend in 2015 en bouwt het een marge in van 10%. Stel dat er over het jaar 2015 €100 kon worden betaald, dan neemt het Belgisch fonds €110 in aanmerking voor de berekening van het "veilig voorschot".
-
Stap 2: Regularisatie van het veilig voorschot op basis van de werkelijk betaalde bedragen over de overeenstemmende periode. Dit gebeurt op basis van de bedragen die het kinderbijslagfonds ontvangt n.a.v. van zijn volgende vraag aan het SVB. Deze bedragen vormen tevens de basis voor de betaling van het veilig voorschot voor het daaropvolgende jaar (zie stap 1).
-
Stap 3: Definitieve vaststelling van het bedrag bij ontvangst van de definitieve bedragen over de overeenstemmende periode, die SVB uit eigen beweging doorstuurt n.a.v. de berekening van de inkomensbelasting in Nederland). Indien men daarover geen gegevens van Nederland ontvangt, mag worden aangenomen dat de definitieve bedragen gelijk zijn aan de werkelijk betaalde bedragen voor de overeenstemmende periode. Indien het Belgisch kinderbijslagfonds verbeterde gegevens ontvangt, maar niet bevoegd is voor de hele periode, dient het de verbeterde opgave eveneens voor verder gevolg door te sturen aan de andere Belgische kinderbijslagfondsen die in die periode bevoegd zijn geweest en dit op basis van de gegevens in het dossier (brevet) of via consultatie van het kadaster.
Wanneer een debet is ontstaan kan bij toepassing van art.75 V987/2009 en art.84 V883/2004 EG verrekening worden gevraagd aan de Nederlandse diensten. Let wel, de Nederlandse SVB kan enkel tot verrekening overgaan tegen de voorwaarden en binnen de grenzen zoals voorzien in hun eigen wetgeving (art.72 V987/2009 EG).
2. Frequentie voor het opvragen van de bedragen
De bedragen worden niet langer systematisch 2 keer per jaar opgevraagd.
Voortaan worden de opgaven op algemene wijze slechts 1 keer per jaar opgevraagd. Een tussentijdse opvraging is alleen mogelijk bij een wijziging in de gezinssituatie waarvan men kan vermoeden dat ze een invloed heeft op het bedrag aan kinderbijslag. Dit neemt niet weg dat de verschilbetaling in principe maandelijks dient te worden uitbetaald.
We willen u verder vragen om herinneringen pas te versturen na het verstrijken van een termijn van 90 kalenderdagen.
3. Opvragen van de gezinssamenstelling (het formulier E401)
Het formulier E401 dient voortaan terug aan het gezin zelf te worden gestuurd en niet langer aan de SVB.