Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

997/48 van 18 december 2000 - On line-raadpleging van het LATG-repertorium

    Ik deel u mede dat de beheerders van de kinderbijslagdossiers vanaf maandag 15 januari 2001 de loon- en arbeidstijdgegevens (LATG) online zullen kunnen raadplegen. Deze toepassing zal op het algemeen menu voorkomen onder nummer 5 voor de fondsen en onder 25 voor de diensten van de Rijksdienst.

    1. De gegevensbank LATG.

    De individuele gegevens van de werknemers, vervat in de kwartaalaangiften aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), worden opgenomen in een centrale gegevensbank LATG geheten.

    Aangezien de kwartaalaangiften van de werkgevers bij de RSZ moeten verstuurd worden in de maand volgend op het kwartaal waarop ze betrekking hebben en de verwerking twee en een halve maand kan duren, moeten de dossiersbeheerders er rekening mee houden dat de beschikbare gegevens ten opzichte van het ogenblik van de raadpleging een verschil van 3 tot 6 maanden vertonen.
    Voorbeeld: de gegevens in verband met het vierde kwartaal 2000 zijn on line toegankelijk uiterlijk in maart 2001.

    De gegevensbank LATG omvat alle werkgevers uit de privé en openbare sector, met uitzondering van de werkgevers die onder de Rijksdienst voor Sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten vallen, die zijn eigen "loopbaan-lonen" gegevensbank beheert die niet via LATG toegankelijk is.

    2. Machtiging om de LATG-gegevens te raadplegen.

    Met een beraadslaging n° 00/72 van 5 september 2000 heeft het Toezichtscomité bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid de Rijksdienst en de kinderbijslagfondsen gemachtigd om de gegevens die onze sector aanbelangen on line te raadplegen. De toegestane machtiging heeft uitsluitend betrekking op de potentiële rechthebbende.

    De juridische grondslag daarvoor omvat vijf elementen:

    • de bepaling van de bevoegde instelling;

    • het opzoeken van een potentieel recht op 6 forfaitaire bijslagen in de 12 maanden voorafgaande aan een gebeurtenis of de hersamenstelling van de loopbaan van een potentieel rechthebbende;

    • het opzoeken van een voorrangsrecht;

    • het opzoeken van arbeidsprestaties in het geval van geplaatste kinderen of wanneer de potentiële rechthebbende zijn medewerking weigert;

    • de controle van de vereisten inzake verzekeringsplicht van een werkgever.

    Volledigheidshalve vindt u hierbij de tekst van de beraadslaging van het Toezichtscomité bij de Kruispuntbank.

    3. De wijze van raadpleging van de LATG.

    Voor de toegang tot de schermen en de verschillende fasen van de raadpleging verwijs ik u naar "het vademecum voor het gebruik van het informaticasysteem".

    Gemakshalve moeten enkel twee gegevens worden ingevoerd: het rijksnummer van de persoon van wie de LATG-gegevens noodzakelijk zijn en de periode uitgedrukt in kwartalen en jaren. Enkel de gegevens met betrekking tot de periode na 31.12.1991 zullen online toegankelijk zijn.

    De dossiersbeheerders, die gegevens van een potentiële rechthebbende willen raadplegen, moeten vooraf niet nagaan of het Rijksnummer al dan niet in de Kruispuntbank (KSZ) is geïntegreerd. De consultatieprocedure omvat een automatische controle van die integratie. Als de KSZ het rijksnummer niet kent, geeft het systeem eerst op het scherm de identificatiegegevens van de persoon weer, afkomstig van het Rijksregister van de natuurlijke personen (scherm BSC048). De dossierbeheerder, die de raadpleging van de LATG voor de betrokken persoon wenst voort te zetten wordt dan gevraagd met ja op de vraag " bevestiging wettelijke gegevens? (JIN)" te antwoorden.

    Als het rijksnummer daarentegen reeds gekend is bij de KSZ voor de gehele raadplegingsperiode, of een deel ervan, krijgt de beheerder meteen toegang tot het antwoordscherm L806 (scherm BSC050) van de LATG.

    Dit scherm geeft een overzicht van de werkgevers waarbij de potentiële rechthebbende werkzaam is geweest tijdens de bedoelde periode. Elke lijn heeft betrekking op een kwartaalaangifte van een werkgever. Als er voor dezelfde werknemer meer aangiften zijn aan de bron van dezelfde werkgever (cfr. kolom " RSZ-nummer") met betrekking tot hetzelfde kwartaal is het laatste voorkomen het meest correcte.

    Opmerkingen in verband met het antwoordscherm L806:

    Een dossierbeheerder die op 17.01.2001 de gegevens in verband met een rijksnummer opvraagt voor een periode gaande van 1/2000 tot 4/2000 inbegrepen zal vaststellen - als er wel degelijk tewerkstelling is geweest gedurende de vier betrokken kwartalen - dat de laatste vertoonde lijn betrekking heeft op 3/2000. Men moet immers altijd rekening houden met het vertragingseffect waarvan sprake onder punt 1 hiervoren. Wanneer de dossierbeheerder op dezelfde dag de raadpleging vraagt van de gegevens met betrekking tot het vierde kwartaal alleen, verschijnt op het scherm de boodschap: <Gevraagde informatie is niet toegankelijk>.

    Vertrekkend van een willekeurige lijn op het antwoordscherm L806 is het dan mogelijk toegang te krijgen tot een detailscherm: het antwoordscherm L802 (BSC051). Enkel de onmisbare gegevens zijn weerhouden: de datum van indiensttreding, de einddatum van de overeenkomst ten aanzien van de werkgever in de loop van het gekozen kwartaal en het totaal aantal gepresteerde dagen. Het totaal aantal gepresteerde dagen omvat de door de werkgever betaalde dagen en de daarmee gelijkgestelde dagen in de zin van de RSZ-wetgeving. Als bijlage vindt u (bijlage 2, 2bis, 3 en 4) de lijsten van de door de RSZ gebruikte codes die kunnen voorkomen in de zone " code werknemer" van het antwoordscherm L802.

    Opmerkingen in verband met het antwoordscherm L802:

    Bij testen in een werkelijke omgeving werd vastgesteld dat in bepaalde gevallen de zone ''totaal aantal gepresteerde dagen" niet ingevuld is. Het kan gaan om situaties van loopbaanonderbreking, periodes die alleen geactiveerd zijn voor de betaling van een dertiende aand, enz. Er is ook vastgesteld dat de data van indiensttreding en van einde van tewerkstelling in bepaalde kwartaalaangiften kunnen ontbreken.

    4. Varia.

    a) Elke vraag in verband met de raadplegingsprocedure van de LATG kan worden gericht aan de dienst Monitoring van het Departement Controle, telefoon: 02-237 23 35, fax: 02-238 23 09, email < Monitoring.CTRL@RKW-ONAFTS.fgov.be>.

    b) De LATG is samengesteld uit gegevens die de werkgevers aan de RSZ via de kwartaalaangiften overmaken onder hun eigen verantwoordelijkheid. Het is mogelijk dat bepaalde gegevens moeilijk te verstaan of zelfs uit te leggen zijn. Daarom wordt voorgesteld dat, tijdens een periode van 3 maanden vanaf de implementering van het project raadpleging LATG, de instellingen die zouden te maken krijgen met onbegrijpelijke, onvolledige of zelfs tegenstrijdige gegevens dit melden aan de dienst Monitoring en daarbij een afdruk voegen van de LATG-raadpleging die problemen oplevert. De Rijksdienst zal de nodige maatregelen nemen om deze op te lossen.

    c) Elke aanvraag om raadpleging met betrekking tot een periode voor 1 januari 1992 wordt zoals in het verleden schriftelijk gericht aan de dienst Monitoring van het Departement Controle.

    Als die aanvraag geheel of ten dele betrekking heeft op een periode voor 1 april 1990 (cfr. CO 1309 van 20.06.1997, tot vaststelling van bevoegdheidregels van de instelling) vraag ik u de juiste reden van de raadpleging te vermelden. Voortaan mag enkel het bijgevoegde formulier (bijlage 5) worden gebruikt.

    Top