Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

997/50 van 21 maart 2001 - Intersectoriële inhoudingen - Raadpleging van het Personenrepertorium van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

    In de omzendbrief van de Rijksdienst CO 1325 van 27 november 2000 is gepreciseerd op welke wijze, in uitvoering van de bepalingen van artikel 1410 van het Gerechtelijk Wetboek, inhoudingen kunnen gebeuren aan de bron in andere sectoren van de sociale zekerheid om een kinderbijslagschuld aan te zuiveren.

    lk deel u mee dat met het oog hierop vanaf donderdag 15 maart 2001 de dossierbeheerders de mogelijkheid zullen hebben het Personenrepertorium van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid te raadplegen on-line. Het betreft de toepassing die opgenomen is in het algemeen menu onder nummer 6 voor de fondsen en nummer 26 voor de diensten van de Rijksdienst.

    U vindt hieronder de kenmerken van dit nieuwe type van raadpleging L609.

    1. Het Personenrepertorium van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

    Het Personenrepertorium van de KSZ is een tabel die de identificatienummers van de socialezekerheidsactoren (INSZ) bevat. Daarmee kan de instelling gedetecteerd worden die een dossier bezit voor een betrokken actor en kan men de hoedanigheid te weten komen waaronder de persoon er bekend is.

    De Kruispuntbank beheert dit repertorium, dat zijn informatie krijgt van alle instellingen van sociale zekerheid die deel uitmaken van het primair netwerk (RvP, RJV, RKW, RVA, NIC, RSVZ, FAO, FBZ, enz.....).

    U vindt hierbij een lijst van alle instellingen die kunnen verschijnen in het antwoordscherm en de definitie van de codes voor de hoedanigheden die gebruikt worden door de instellingen wanneer ze voor de sociaal verzekerden de gegevens invoeren die onder hun bevoegdheid vallen.

    2. Methode voor het raadplegen van het Personenrepertorium (raadpleging L609)

    Nadat hij optie 6 of 26 geselecteerd heeft in het algemeen menu, wordt aan de dossierbeheerder gevraagd het INSZ (identificatienummer van de sociale zekerheid) in te geven voor de bijslagtrekkende voor wie een intersectoriële inhouding wordt overwogen. Onder "bijslagtrekkende" worden verstaan alle actoren die als dusdanig opgenomen zijn in het NRK of in het RIO.

    Indien de signaletiekgegevens van een persoon niet of niet meer geïntegreerd zijn voor de sector van de kinderbijslag, wordt aan de dossierbeheerder via het scherm BSC048 gevraagd de wettelijke gegevens te bevestigen die tevoorschijn komen bovenaan het scherm. Via deze stap - of zonder in geval van bestaande integratie - heeft de dossierbeheerder toegang tot het antwoordscherm BSC053.

    Dit scherm laat alle instellingen zien die een dossier bezitten op naam van de persoon van wie men het INSZ heeft ingegeven.

    3. Huidige beperkingen van het repertorium

    De tests die uitgevoerd zijn in een reële omgeving zetten aan tot grote voorzichtigheid wat betreft het gebruik van de gegevens die voorkomen in het Personenrepertorium van de KSZ en wat betreft hun betrouwbaarheid met betrekking tot het beoogde doel, te weten de intersectoriële inhoudingen.

    NIC (Nationaal Intermutualistisch College)

    De raadpleging laat tot op heden niet toe uit te maken of een persoon die ingeschreven is in het Personenrepertorium een vergoeding ontvangt in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (code 002) of gewoon verplicht aangesloten is bij een ziekenfonds. Dit onderscheid zal maar blijken op het einde van het dienstjaar 2002.

    RvP (Rijksdienst voor Pensioenen)

    De RvP laat in het repertorium van de KSZ niet alleen de personen opnemen die een pensioen ontvangen maar ook de personen die een berekening vragen van hun pensioen (wat mogelijk is vanaf de leeftijd van 55 jaar) of degenen die een overzicht vragen van hun loopbaan. De RvP schrapt de ingebrachte gegevens niet, zelfs niet na het overlijden van de persoon. Bovendien verschijnt er geen enkele datum van begin of einde in het repertorium. In de praktijk moet men dus letten op de leeftijd van de persoon voor men uitmaakt of de bijslagtrekkende al dan niet een wettelijk pensioen ontvangt ten laste van de RvP (behalve voor weduwen/weduwnaars, voor wie de leeftijd minder relevant is).

    FAO (Fonds voor Arbeidsongevallen)

    Het FAO brengt de dossiers in die het zelf beheert en ook de dossiers die de verzekeringsmaatschappijen beheren. Het voegt aan het personenrepertorium niet alleen de personen toe die ten laste van die sector een uitkering ontvangen maar eveneens de dossiers van tijdelijke ongeschiktheid die niet omgezet is in blijvende ongeschiktheid. Geen enkele begindatum of einddatum verschijnt in het repertorium en overleden personen blijven in het bestand. Het FAO overweegt de gegevensinvoer van zijn sector te reorganiseren, maar de herziening zal niet operationeel zijn voor 2002.

    RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening)

    De RVA brengt zijn dossiers in met codes voor de persoonlijke omstandigheden en met begin- en einddata.

    Drie einddata zijn mogelijk:

    1. een datum die overeenstemt met de theoretische pensioendatum van de betrokkene (bijvoorbeeld: begin- en einddata = 01.04.1997 -> 31.10.2038);

    2. een datum die overeenstemt met de overlijdensdatum van de betrokkene;

    3. een datum die overeenstemt met de datum van archivering van het dossier.

    De aandacht wordt erop gevestigd dat wanneer in het repertorium een dossier "werkloosheidsuitkeringen" (code 001) van de RVA aanwezig is, dit niet noodzakelijkerwijze betekent dat de betrokken persoon een toelage ontvangt.

    Een dossier kan gedurende een aantal jaren inactief blijven zonder dat er een datum van afsluiting (= archivering na drie jaren zonder "beweging") verschijnt in het repertorium.

    MF-AP (Ministerie van Financiën - Administratie der Pensioenen)

    Het Ministerie van Financiën brengt, met een begindatum, alle gevallen in waarvoor het tussenkomt (ouderdomspensioenen of overlevingspensioenen). In geval van overlijden blijft de opgenomen informatie in het bestand. lngeval niet betaald wordt tengevolge van de voorschriften voor cumulatie, wordt de opgenomen informatie niet verwijderd. Men heeft gepland dat in de toekomst werkongevallen en beroepsziekten ten laste van het Ministerie van Financiën, aanleiding zullen geven tot een inschrijving in het Personenrepertorium.

    4. Diversen

    Alle opmerkingen betreffende het functioneren van de flux of alle vragen om informatie kunnen gericht worden tot de Dienst Monitoring:

    • schriftelijk:

      R.K.W. - O.N.A.F.T.S.
      Monitoringdienst
      Triestraat 70
      1000 BRUSSELS

    • per e-mail naar:

      <Monitoring.CTRL@RK W-ONAFTS.fgov.be>

    Top