Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

CO 1080 van 24 juli 1980 - Inlichtingen betreffende gerechtelijke aangelegenheden door de kinderbijslagfondsen te doen toekomen bij de RKW en bij het Ministerie van Sociale Voorzorg. Bijzondere geval van d...

     

    Met onze C.O. nr. 915 van 25 juli 1972, hebben wij de kinderbijslagfondsen verzocht ons alle beslissingen en alle vonnissen en arresten mede te delen die geveld werden in de aangelegenheden waarin zij als partij optraden voor de arbeidsgerechten en het Hof van Verbreking.

    Het lijkt onontbeerlijk nader te bepalen dat eveneens door deze onderrichting bedoeld worden de vonnissen die aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg prejudiciële vragen stellen met betrekking tot de toepassing van de Europese Verordening nr. 1408/71 en 574/72.

    Bovendien, vestigt de heer Minister van Sociale Voorzorg, met zijn brief van 9 juni 1980 kenmerk 01840/80/C.0375/RJ AF. 984, de aandacht van de instellingen op het feit dat de geschreven opmerkingen betrekking hebbend op de prejudiciële vragen die door de Belgische Rechtbanken aan het Hof van Justitie te Luxemburg gesteld worden door de bevoegde Overheid moeten voorgelegd worden binnen een termijn van twee maand verhoogd met de afstandstermijn (2 dagen), volgend op de datum van de betekening van de prejudiciële vragen aan de partijen en Overheden.

    De prejudiciële vragen komen in een minimum termijn van drie weken toe bij de dienst der Internationale Betrekkingen van het Ministerie van Sociale Voorzorg, Philipstoren, Anspachlaan, 1, bus 80 te 1000 BRUSSEL, na door het Ministerie van Buitenlandse Zaken doorgezonden te zijn.

    Het is noodzakelijk dat de kinderbijslagfondsen aan de dienst der Internationale Betrekkingen de prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van Luxemburg en betrekking hebbend op de toepassing van de Verordeningen van de Europese Gemeenschappen nr. 1408/71 en 574/22 vergezeld van de middelen ter verdediging mededelen zodra zij door een Belgische Rechtbank uitgesproken zijn.

    Deze procedure moet de bevoegde Overheid in de mogelijkheid stellen haar advies uit te brengen na een grondig onderzoek van het dossier.

    De kinderbijslagfondsen zullen er eveneens voor zorgen een afschrift van genoemde documenten mede te delen aan de Dienst van de Directie der Internationale Overeenkomsten van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, Trierstraat 70 - 1000 BRUSSEL.

    Top