Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

997/30septies van 28 maart 2002 - Flux A200 - Bijkomende informatie in verband met de inschrijving van de jonge werkzoekende

    Uit de ervaring blijkt dat sommige jonge werkzoekenden bij hun inschrijving bij een gewestelijke instelling, de VDAB, de BGDA of de FOREM, een andere hoedanigheid dan die van student die zijn studies heeft stopgezet of voltooid (code 02) aangeven. De meest gebruikte codes die wijzen op deze inschrijving zijn de code 00, die voor de VDAB een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze identificeert die nog nooit eerder was ingeschreven, en de code 03, gebruikt door de drie gewestelijke instellingen, die de "vrije" inschrijving aanduidt.

    Uit een diepgaander onderzoek blijkt dat, ondanks de verwarring rond de hoedanigheid van de jonge werkzoekenden, het hen te doen is om kinderbijslag te blijven genieten. Om ieder misverstand te vermijden en een juist gebruik van de informatie te verzekeren, verzoek ik u om deze gevallen als volgt te onderzoeken:

    De inschrijving van de werkzoekende gebeurt onder de code 02 (schoolverlater in wachttijd): deze inschrijving leidt automatisch tot het vermoeden van een recht op kinderbijslag tijdens de wachttijd - tenzij men voor het verstrijken van deze wachttijd informatie ontvangt die het tegendeel aantoont - op basis van de werkelijke datum van inschrijving die is meegedeeld door de bevoegde gewestelijke instelling. In dat geval dient men a posteriori na te gaan of de voorwaarden van art. 36 van de werkloosheidsreglementering wel degelijk zijn vervuld, op basis van de elementen van het dossier (standaardvragenlijsten P7, P20 of P20com, verklaringen op eer, attesten A015, enz.).

    De inschrijving van de werkzoekende is verricht met een andere hoedanigheid (bijvoorbeeld met een code 00, 03): deze informatie leidt niet tot een systematisch vermoeden van een recht op kinderbijslag tijdens de wachttijd, die enkel gekoppeld is aan een inschrijving als werkzoekende krachtens art. 36 vaan de werkloosheidsreglementering. Dit ontbreken van een vermoeden mag de dossierbeheerder echter niet beletten om met behulp van de middelen die tot zijn beschikking staan (standaardvragenlijsten P7, P20 of P20com, verklaringen op eer, attesten A015, enz.) na te gaan of de voorwaarden van art. 36 niet zijn vervuld. In dat geval kan de inschrijving, als alle voorwaardenverder vervuld zijn, leiden tot de betaling ov de voortzetting van de betaling van kinderbijslag.

    Indien u hierover nog vragen hebt, kunt u terecht bij de dienst Monitoring.

    Top