Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

999/136 van 26 juni 2006 - Praktische schikkingen in verband met het recht op kinderbijslag als student - Nieuw formulier P7 - Opvolging van het recht voor het school-/academiejaar 2006 - 2007

    In navolging van de hervorming in het hoger onderwijs heeft het KB van 10 augustus 2005 de nieuwe voorwaarden vastgelegd om recht te hebben op kinderbijslag als student (BaMastructuur). Bij CO 1354 van 7 juli 2005 was een modelformulier P7 gevoegd voor het school-/academiejaar 2005 - 2006, dat rekening hield met de overgangsbepalingen tot 30 september 2005.

    De Rijksdienst heeft in samenwerking met de kinderbijslagfondsen het formulier P7 herwerkt om het volledig in overeenstemming te brengen met de nieuwe regelgeving (cfr. Bijlage I in de 3 landstalen NL - FR -D )

    Hierna vindt u meer uitleg over de praktische aspecten van het gebruik van dit formulier.

    1. Het formulier P7

    Het formulier bestaat uit:

    1.1 Deel informatie (P7info)

    Het informatiegedeelte geeft de nieuwe regeling weer.

    1.2 Deel in te vullen door de bijslagtrekkende (P7A)

    In dit deel werden de vragen volledig aangepast aan de nieuwe regeling en de verwerking van de gepresteerde uren via DMFA voor de student.

    De bijslagtrekkende moet één of desgevallend meerdere vragen aankruisen, die in dezelfde vorm zijn gesteld.

    Het is uiterst belangrijk dat de bijslagtrekkende dadelijk meedeelt wanneer de student de studies heeft stopgezet of beëindigd (vraag 2).

    De verklaring betreft de actuele toestand (situatie op het moment van de ondertekening van de verklaring). Er is in de hoofding geen formele verwijzing meer naar een tijdvak. De vragen 2 en 3 refereren niettemin naar het voorbije jaar en/of naar de vakantieperiode (het derde kwartaal 2006).

    Bespreking per vraag:

    Vraag 1:

    Situatie: de jongere studeert nog verder

    Er wordt gevraagd het schoolattest (P7B) zo snel mogelijk te bezorgen samen met de verklaring (P7A). De stukken worden ingewacht tegen 30 november. In afwachting wordt de maand oktober 2006 provisioneel betaald.

    Het inschrijvingsattest wordt ontvangen

    • De studies voldoen:
      Tewerkstelling: tijdens de maanden juli, augustus en september 2006 onbeperkt
      Tewerkstelling voor het vierde kwartaal wordt opnieuw gecontroleerd via DMFA.
    • De studies voldoen niet:
      Tewerkstelling: tijdens de maanden juli, augustus en september 2006 is beperkt tot maximum 240 uren.

    Het attest wordt niet ontvangen: cf. De herinneringsprocedure van de CO 1354 van 8 juli 2005.

    Vraag 2:

    Situatie: de jongere studeert niet meer

    De bijslagtrekkende moet dadelijk de verklaring (P7A) terugzenden.

    • De studies zijn beëindigd of stopgezet op het einde van het schooljaar
      • De vraag over de 240-uren tijdens de maanden juli, augustus, september wordt met "ja" beantwoord:

    de betaling wordt dadelijk stopgezet.

    Het recht tijdens de vakantie wordt geverifieerd met DMFA over het derde kwartaal (maximaal 240-uren). Is de jongere ingeschreven als werkzoekende wordt een formulier P20 verstuurd.

      • De vraag over de 240-uren wordt met een "neen" beantwoord en de jongere is niet ingeschreven als werkzoekende:

    de betaling wordt stopgezet vanaf de maand oktober.

    Het recht tijdens de vakantie wordt geverifieerd met DMFA over het derde kwartaal (maximaal 240-uren).

    • De studies zijn beëindigd of stopgezet in de loop van het shooljaar.
      Einde van het recht overeenkomstig art. 48 kinderbijslagwet, rekening houdende met de werkuren over het kwartaal.

    Voorbeeld

    De jongere heeft de studies stopgezet op 13 januari. Op 29 januari begint een tewerkstelling. In het eerste kwartaal wordt minder dan 240 uren gewekt. Einde van het recht op 31 januari. Wordt er niet meer dan 240 uren gewerkt dan situeert het einde van het recht zich op 31 december.

    Vraag 3:

    Situatie: De jongere die deeltijds werkt/deeltijds leert

    Deze jongeren hebben recht op basis van de inkomensvoorwaarde (art. 3 van KB van 10 augustus 2005). In tegenstelling tot de andere categorieën van jongeren met inkomensvoorwaarden, nl. leerjongens en de jongeren in de ondernemingsopleiding die wel werden opgevolgd met een apart formulier, resp. het formulier P9 en P9bis, is deze categorie in het voorbije jaar niet gecontroleerd geweest.

    De enige mogelijkheid om de wettelijke voorwaarde van het inkomen nog te controleren bestaat erin een speciale vraag stellen op het formulier P7.

    Deeltijds lerenden zijn gekend via de rubriek 20 (deel door de onderwijsinstelling in te vullen P7B van het schooljaar 2005 - 2006).

    Let wel: de inkomensvoorwaarde geldt eveneens voor de vakantieperiodes.

    Vraag 4:

    Deze vraag heeft betrekking op de jongeren die in het buitenland studeren, maar niet in het kader van een opleiding aan een Belgische universiteit (bv. Erasmus). Het betreft een vraag in functie van de verzending van de formulieren E402/E403 of P7-int.

    Vraag 5:

    Hier gaat het om andere situaties die niet onder de vorige vragen zijn vervat of die een verduidelijking van de vorige inhouden.

    Werk aan een eindverhandeling:

    Zonder inschrijving als werkzoekende wordt de betaling stopgezet op 30 september. Gaat het om een "bijzonder thesisjaar" dan wordt aan de student gevraagd een verklaring van de onderwijsinstelling te bezorgen. Tijdens de vakantieperiode mag dan onbeperkt worden gewerkt.

    Doctoraat:

    De betaling wordt stopgezet op 30 september, tenzij een nieuw attest van inschrijving voor tenminste 27 studiepunten wordt ontvangen.

    Er wordt aan herinnerd dat het schrijven van een doctoraatsverhandeling op zich geen recht geeft op kinderbijslag. Tijdens de vakantieperiode is de tewerkstelling dus beperkt tot 240 uren.

    De opleiding om te doctoreren of inschrijvingen voor bijkomende studiepunten in het kader van een andere opleiding geven wel recht op kinderbijslag onder de gewone voorwaarden.

    Ziekte:

    Toepassing van MO 335 en MO 338.

    De werkzoekende schoolverlater:

    Zie formulier P20.

    1.3 Deel in te vullen door de schoolinstelling (P7B)

    Dit deel geldt voor het academiejaar 2006 - 2007.

    Er zijn drie wijzigingen:

    Aangezien voor het hoger onderwijs (BaMa en niet-BaMa) het niet langer een voorwaarde is dat de student de lessen regelmatig volgt, is vraag 61 alleen van toepassing voor niet-hoger (secundair) onderwijs, nl. wanneer de rubrieken 10, 20 en 50 zijn ingevuld.

    Vraag 63 is vervangen door een algemene mededeling, waarin aan de schooloverheden gevraagd wordt een nieuw attest uit te reiken wanneer de jongere ophoudt te studeren of het aantal studiepunten verminderd wordt tot minder dan 27. Aangezien de vraag 63 facultatief was, is er dus geen probleem als ze voor de komende verwerking nog voorkomt op het attest.

    De titels van de rubrieken 10, 20 en 40 werden aangepast om duidelijk het verschil aan te geven tussen enerzijds secundair en hoger onderwijs en anderzijds het onderwijs voor de sociale promotie op het niveau van het secundair en hoger onderwijs.

    2. Het formulier P20

    De jongere is ingeschreven als werkzoekende

    De gezinnen met ingeschreven werkzoekende jongeren ontvangen een formulier.
    Aangezien deze rechtgevenden onderworpen zijn aan de inkomensvoorwaarden kunnen ze nu alleen worden opgevolgd met een formulier P20, omdat DMFA/RIP deze gegevens niet bevatten.
    Als bijlage II vindt u het formulier in twee landstalen (NL - FR). De Duitse versie wordt u zo snel mogelijk bezorgd.

    Het formulier wordt verzonden bij ontvangst van een bericht van uitschrijving als werkzoekende van de gewestelijke arbeidsbemiddelingsinstantie.

    De overige instructies blijven van toepassing: preventieve verzending bij ontvangst van het inschrijvingsbericht als werkzoekende en de afsluitingsprocedure ingeval van een tewerkstelling van onbepaalde duur tijdens de wachttijd (dienstbrief II/C/99/c.120 van 4 december 2001).

    Top