Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 16 BVR Herziening en Geschillencommissie

    Wraking van een lid van de commissie door een partij kan alleen op grond van feiten of omstandigheden die een onpartijdig oordeel van dat lid zouden bemoeilijken.

    De voorzitter, een lid van de commissie of zijn plaatsvervanger kan worden gewraakt om een van de volgende redenen:

    1. als een lid of zijn echtgenoot bloed- of aanverwant van de partijen in de rechte lijn is, of in de zijlijn tot in de vierde graad, of als een lid bloed- of aanverwant in de voormelde graad is van de echtgenoot van een van de partijen;
    2. als een lid wettelijk of feitelijk samenwoont met een van de partijen;
    3. als een lid op persoonlijke titel een schuldeiser of schuldenaar is van een van de partijen;
    4. als een procedure is gevoerd tussen een lid en een van de partijen, of hun echtgenoten, bloed- of aanverwanten in de rechte lijn;
    5. als er een burgerlijk geding hangende is tussen een lid, zijn echtgenoot of echtgenote, hun bloedverwanten in de opgaande en de neerdalende lijn of hun aanverwanten in dezelfde lijn, dan wel in voorkomend geval zijn wettelijke of feitelijke samenwonende partner en een van de partijen, en dat geding, als het door de partij is ingesteld, begonnen is vóór het geding waarin de wraking wordt voorgedragen, ook als dat geding binnen zes maanden vóór de wraking is afgehandeld;
    6. als een lid als getuige is opgetreden in een zaak van een van de partijen;
    7. als tussen het lid en een van de partijen een hoge graad van vijandschap bestaat;
    8. als er aanrandingen of mondelinge of schriftelijke beledigingen of bedreigingen hebben plaatsgevonden, in deze laatste twee gevallen sinds de aanleg van het geding of binnen zes maanden vóór de voordracht van de wraking.

    Als een lid weet dat er een reden van wraking tegen hem bestaat, onthoudt dat lid zich van de zaak.

    Als een van de partijen evenwel beweert dat de verrichting spoedeisend is en dat vertraging gevaar oplevert, kan die partij aan de voorzitter vragen de zaak alsnog op de vastgelegde hoorzitting te brengen. De secretaris brengt de partijen daarvan schriftelijk op de hoogte.

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top