Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Wie heeft recht op de pleegzorgtoeslag?

    Wanneer ontvangt de pleegzorger de pleegzorgtoeslag?

    Als de plaatsing een perspectiefbiedend karakter heeft zoals bepaald in het decreet pleegzorg, zijnde pleegzorg met een langdurig en continu karakter, dan wordt de pleegzorgtoeslag uitbetaald aan het pleeggezin, ook al was dit pleeggezin vóór de plaatsing van het kind bij hen gerechtigd op gezinsbijslag voor dit kind.

    Voorbeeld

    De  moeder is de begunstigde voor de gezinsbijslag.
    Het kind wordt vanaf 9/2/2019 geplaatst in een pleeggezin. De plaatsing is niet perspectiefbiedend
     => de moeder ontvangt de pleegzorgtoeslag vanaf maart 2019.  Door de wijziging van begunstigde ontvangt het pleeggezin vanaf maart 2019 de gezinsbijslag.
    Op 15/6/2019 wordt deze pleegplaatsing perspectiefbiedend. Vanaf juli 2019 ontvangt het pleeggezin naast de gezinsbijslag ook de pleegzorgtoeslag.
    Hoewel de plaatsingsmodaliteiten wijzigen, betreft het nog steeds dezelfde plaatsing en is het pleeggezin niet het gezin van oorsprong vóór de plaatsing.                                      

    Wanneer ontvangt de persoon die voorafgaande­lijk aan de plaatsing de gezinsbijslagen ontving de pleegzorgtoeslag?

    Als een pleegzorger als begunstigde is aanwezen maar die pleegzorg geen perspectiefbiedende pleegzorg betreft, wordt de pleegzorgtoeslag uitbetaald aan de persoon die voorafgaande­lijk aan de plaatsing van het rechtgevende kind de gezinsbijslagen ontving.

    Een afwijking is mogelijk nadat de bevoegde rechtbank een uitspraak heeft gedaan over de bestemming van de pleegzorgtoeslag aan een andere persoon, in het belang van het kind. De meest gerede partij bezorgt de gerechtelijke uitspraak aan de uitbetalingsactor.

    Als de vroegere begunstigde geen recht had op de gezinsbijslagen in de maand vóór de plaatsing, dan is er ook geen recht op pleegzorgtoeslag. Het is hierbij van geen  belang dat die begunstigde de bijslagen niet effectief kreeg omdat hij verwaarloosde zijn recht uit te oefenen en de gezinsbijslagen te goeder trouw aan een andere persoon uitbetaald werden. Het is evenmin van belang dat de gezinsbijslagen uitbetaald werden aan een derde volgens een betalingsmodaliteit (bv sommendelegatie) of dat de gezinsbijslagen volledig ingehouden werden. Er moet wel een oorzakelijk verband bestaan tussen het verlies van de hoedanigheid van begunstigde voor het geplaatste kind en de plaatsing ervan. Het moet dus gaan om de begunstigde die onmiddellijk voor de plaatsing de gezinsbijslagen verwierf. Indien de begunstigde die de gezinsbijslagen onmiddellijk vóór de plaatsing ontving, overlijdt, dan dient de eventuele achterstallige pleezorgtoeslag uitbetaald te worden aan de erfgenamen.

    Art. 67 Groeipakketdecreet

    Wanneer wordt de pleegzorgtoeslag niet betaald aan de persoon die voorafgaande­lijk aan de plaatsing de gezinsbijslagen ontving?

    1° indien deze persoon voor dit kind enkel het startbedrag geboorte ontving

    2° indien het kind zelf begunstigde was

    3° indien deze persoon niet kan worden vastgesteld

    4° indien het kind én in een instelling én in een pleeggezin wordt geplaatst en het saldo van de gezinsbijslag, krachtens een gerechtelijke of administratieve beslissing, tijdens deze plaatsing aan deze persoon toekomt 

    5° indien het gezin van oorsprong en het onthaalgezin hetzelfde zijn

    Aandachtspunt:
    Om vast te stellen of het gezin van oorsprong en het opvanggezin al dan niet hetzelfde gezin zijn, is de situatie in het Rijksregister bepalend.
    Als het oorspronkelijke gezin en het opvanggezin ingeschreven staan op hetzelfde adres, maar voor het Rijksregister aparte gezinnen vormen of indien via officiële documenten kan worden aangetoond dat het om twee verschillende gezinnen gaat, is de pleegzorgtoeslag verschuldigd.

    Voorbeeld

    Een kind wordt opgevoed in het gezin van zijn grootouders , die beiden als werkelijke opvoeders de begunstigden voor de gezinsbijslagen zijn. Na een bepaalde periode wordt het verblijf bij de grootouders omgezet in een pleegplaatsing bij de grootouders. In dat geval is het onthaalgezin hetzelfde als het gezin van oorsprong en zal er dus geen pleegzorgtoeslag betaald worden.

    Art. 45 BVR Zorgtoeslagen

    Wat als de pleegplaatsing volgt op een plaatsing in een instelling?

    Artikel 67 Groeipakketdecreet bepaalt dat de pleegzorgtoeslag uitbetaald wordt aan de persoon die voorafgaandelijk aan de plaatsing van het rechtgevend kind in de pleegzorg de gezinsbijslagen ontving. Een plaatsing in een instelling is geen plaatsing in de pleegzorg. 

    Bij een perspectiefbiedende pleegplaatsing volgend op een plaatsing in een instelling zal de pleegzorgtoeslag aan de pleegzorger betaald worden. 

    Bij een niet-perspectiefbiedende pleegplaatsing volgend op een plaatsing in een instelling zal de pleegzorgtoeslag betaald worden aan de begunstigde vóór de plaatsing in de instelling.

    Art. 67 Groeipakketdecreet

    Datum laatste bijwerking
    Top