Dit artikel werd gewijzigd door artikel 7 van het decreet van 1 juli 2022 tot tot wijziging van artikel 5 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018 (B.S. 29.07.2022)
§1. Aan een rechthebbende leerling als vermeld in artikel 24, wordt geen selectieve participatietoeslag lager onderwijs toegekend in een van de volgende gevallen:
1° in het schooljaar in kwestie is hij niet ingeschreven in een onderwijsinstelling als vermeld in artikel 29;
2° hij is ongewettigd afwezig geweest of niet voldoende aanwezig geweest;
3° uiterlijk vijftien kalenderdagen na de datum van uitschrijving in het lager onderwijs is hij niet opnieuw in het lager onderwijs ingeschreven.
§ 2. Een leerling wordt tijdens een schooljaar geacht niet voldoende aanwezig te zijn als de leerling gedurende het schooljaar in kwestie 30 al dan niet gespreide halve schooldagen ongewettigd afwezig is geweest en het daaraan voorafgaande schooljaar hetzij eveneens 30 al dan niet gespreide halve schooldagen ongewettigd afwezig is geweest, hetzij minder dan 290 halve schooldagen aanwezig is geweest indien de leerling toen onderworpen was aan de leerplicht en gedurende dat schooljaar ingeschreven was in een kleuterschool, met uitzondering van de leerlingen bedoeld onder 27, § 2, 4° van dit decreet.
§ 3. Een leerling in het lager onderwijs wordt geacht aanwezig te zijn als hij niet als ongewettigd afwezig is geregistreerd in het aanwezigheidsregister van de school.
Een leerling is ongewettigd afwezig wanneer deze problematisch afwezig is, zoals bedoeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van de leerlingen in het basisonderwijs.
§ 4. In afwijking van paragraaf 2 bepaalt de Vlaamse Regering het aantal halve schooldagen dat een leerling maximaal per schooljaar ongewettigd afwezig mag zijn, wanneer de erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling voor gewoon of buitengewoon basisonderwijs, overeenkomstig artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs, georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, over een afwijkende uurregeling beschikt.