Als een multidisciplinair team een aanvraagdocument opstelt met het oog op een aanvraag van niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening, in het kader van de toepassing van het besluit van 21 februari 2014, stelt de MDT-arts binnen het multidisciplinair team betrokken was bij de opmaak van dat document, ook de gevolgen vast van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, vermeld in artikel 16, §1, eerste lid van het decreet van 27 april 2018, conform artikel 6 en 7 van dit besluit.
De MDT-arts bezorgt de vaststelling, vermeld in het eerste lid, aan het agentschap Opgroeien regie. Het agentschap Opgroeien regie bezorgt die vaststelling aan de uitbetalingsactor. De MDT-arts bezorgt ook alle relevante informatie over de gevolgen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit van het kind aan het agentschap Opgroeien regie.
Op basis van de vaststelling door een MDT-arts beslist de uitbetalingsactor of er recht is op een zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte, als vermeld in artikel 16, §1, van het decreet van 27 april 2018. Hij begroot die toeslag conform artikel 9. De uitbetalingsactor deelt de beslissing tot toekenning of weigering van de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte, alsook de periode en het bedrag van de toeslag, mee aan de begunstigde of begunstigden.
De datum van de aanvraag om een aanvraagdocument op te stellen, geldt als de datum waarop de verjaringstermijn vermeld in artikel 95, tweede lid van het decreet van 27 april 2018, begint te lopen.
De minister stelt de vergoeding vast voor de vaststellingen die de MDT-arts heeft uitgevoerd, vermeld in het eerste lid.