Kruimelpad
CO 1420 van 13 september 2018 - Betaling van de kinderbijslagen voor december 2018
Tekst
Op 1 januari 2019 nemen de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en het Waals Gewest het beheer en de betaling van de kinderbijslagen over. Zodoende zullen vanaf die datum de in die deelentiteiten erkende uitbetalingsactoren (regionale kinderbijslagfondsen) de opdracht overnemen van de federale kinderbijslagfondsen. In die optiek moet worden bepaald wie de kinderbijslagen voor de maand december 2018 die overeenkomstig artikel 71 AKBW de volgende maand, namelijk in januari 2019, betaald worden, zal uitkeren. Hierna worden instructies verstrekt rond de volgende vijf items:
1. Wie moet de betaling van de kinderbijslagen uitvoeren in januari 2019?
Volgens de boekhoudkundige voorschriften van het Europees Stelsel van Economische Rekeningen (ESER) zullen de kinderbijslagen voor de maand december 2018, die conform artikel 71 AKBW in januari 2019 worden betaald, in 2018 ten laste van de begroting van FAMIFED worden gelegd. Zodoende zal FAMIFED de kinderbijslagen van december 2018 financieren en moeten deze ook aan FAMIFED worden aangegeven (zie hierna rubriek 3). Daarnaast wordt aangestipt dat de regularisaties met betrekking tot het "verleden" vanaf 2019 door de regionale kinderbijslagfondsen of door het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap aan de gezinnen zullen worden betaald.
Gelet op wat voorafgaat moet de betaling van de kinderbijslagen in januari als volgt gebeuren:
- De federale kinderbijslagfondsen die niet optreden voor rekening van de GGC in 2019 doen in januari 2019 nog de hoofdbetaling die enkel betrekking heeft op de kinderbijslagen verschuldigd voor de maand december 2018.
- De regionale kinderbijslagfondsen voeren vanaf 2019 alle regularisaties met betrekking tot het verleden uit.
De aandacht van de kinderbijslagfondsen wordt er speciaal op gevestigd dat uit wat voorafgaat blijkt dat er een strikte scheiding moet worden gemaakt tussen de uitkering van de kinderbijslagen met betrekking tot de maand december 2018 en de in januari 2019 betaalde achterstallen.
2. Hoe zullen de in januari 2019 uitgevoerde betalingen worden gefinancierd?
Voor de entiteiten die het federale betaalcircuit verlaten in 2019, zullen, in januari 2019 de federale kinderbijslagfondsen de kinderbijslagen voor december 2018 en de regionale kinderbijslagfondsen de regularisaties betalen.
De voorschotten voor de financiering van de in januari 2019 uit te voeren betalingen moeten in december 2018 bij FAMIFED worden aangevraagd. FAMIFED zal daartoe aan de kinderbijslagfondsen 2 aanvragen om geldmiddelen bezorgen: één voor de voorschotten te storten aan de federale kinderbijslagfondsen (financiering betaling rechten van december 2018) en één voor de voorschotten te storten aan de regionale kinderbijslagfondsen (financiering regularisaties). De voorschotten ter financiering van de bijslagen van december 2018 zullen door FAMIFED aan de federale kinderbijslagfondsen gestort worden. De in januari 2019 te betalen regularisaties dienen daarentegen respectievelijk door AVIQ (Waals Gewest), K&G (Vlaamse Gemeenschap), het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en FAMIFED (GGC) te worden gefinancierd. FAMIFED zal aan AVIQ en K&G de gegevens bezorgen met betrekking tot de voorschotten die aan de regionale kinderbijslagfondsen moeten worden gestort voor het betalen van de in januari 2019 uit te voeren regularisaties.
3. Hoe moeten de kinderbijslagen betaald in januari 2019 worden aangegeven?
De federale kinderbijslagfondsen zullen voor de betalingsverrichtingen uitgevoerd tot 8 januari 2019 (betaling rechten december 2018) en die betrekking hebben op het Waals gewest, de Vlaamse en de Duitstalige Gemeenschap en de GGC een aparte financiële aangifte opmaken die ze indienen bij FAMIFED. De achterstallen die de federale kinderbijslagfondsen nadien nog in januari 2019 uitvoeren en die uitgevoerd werden voor rekening van de GGC zullen aan FAMIFED worden aangegeven. De betalingsverrichtingen die in de periode 9 januari 2019 tot 31 januari 2019 door de regionale kinderbijslagfondsen werden uitgevoerd zullen daarentegen aan respectievelijk AVIQ (Waals Gewest) en K&G (Vlaamse Gemeenschap) worden aangegeven overeenkomstig de onderrichtingen die deze daartoe zullen verstrekken.
4. Wie betoelaagt de betaling van de kinderbijslagen uitgevoerd in januari 2019?
In 2019 zetten de federale kinderbijslagfondsen de betaling van de kinderbijslagen verder voor wat de GGC betreft. De betaling van de kinderbijslagen in de Vlaamse Gemeenschap en in het Waals Gewest worden overgenomen door de regionale kinderbijslagfondsen die in die deelentiteiten erkend werden. Tenslotte zal het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap vanaf 2019 de kinderbijslag voor die deelentiteit uitvoeren.
Rekening houdende met wat voorafgaat zullen vanaf 2019 de regionale kinderbijslagfondsen in de Vlaamse Gemeenschap en in het Waals Gewest betoelaagd worden onder de voorwaarden bepaald door die respectievelijke deelentiteiten. De Duitstalige Gemeenschap zal, zoals voorzien in art. 5,§2, al.6 van het SWA van 6 september 2017, de Waalse regionale kinderbijslagfondsen vergoeden voor de regularisaties die zij voor haar rekening hebben voorbereid volgens de modaliteiten vastgelegd in een samenwerkingsakkoord dat op 12 juli 2018 tussen de regeringen van de beide betrokken deelentiteiten werd afgesloten. De federale kinderbijslagfondsen tenslotte zullen in 2019 door de GGC betoelaagd worden overeenkomstig de bepalingen van het KB van 9 juni 1999.
5. Hoe zullen de in januari 2019 uitgevoerde betalingen worden gecontroleerd?
De in januari 2019 uitgevoerde betalingsverrichtingen zullen nadien worden gecontroleerd door de bevoegde controlediensten. In die optiek houden de rechtsopvolgers van de federale kinderbijslagfondsen zoals gebruikelijk de desbetreffende rechtvaardigingsstukken ter beschikking van de gewestelijke controlediensten.