Kruimelpad
Mededeling van de FOD Sociale Zekerheid nr. 625 van 11 december 2018 - Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid en Administratieve schikking tussen het Koninkrijk België en de Republiek Turkije
Tekst
Betreft:
- Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, gedaan te Ankara op 11 april 2014 (Belgisch Staatsblad, 13 september 2018)1 ;
- Administratieve schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de Soctale Zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, gedaan te Ankara op 2 maart 2016 (Belgisch Staatsblad, 20 september 2018).
Het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije zijn de hierna volgende bepalingen overeengekomen op het vlak van de gezinsbijslagregeling (zie teksten van deze Overeenkomst en Administratieve Schikking in bijlage).
1. TOEPASSINGSGEBIED
Behoudens andersluidende bepaling, is deze Overeenkomst van toepassing op de personen op wie de gezinsbijslagregeling in België van toepassing is of geweest is2 , als mogelijke rechthebbenden op kinderbijslag op basis van de Algemene Kinderbijslagwet3 , alsmede op alle andere personen die afgeleide rechten ontlenen aan de voormelde persoenen.
Onder "gezinsbijslag" wordt verstaan in de Overeenkomst4 : de periodieke uitkeringen zoals vermeld in de Administratieve Schikking (zie hieronder punt 2.).
2. UITVOER VAN GEZINSBIJSLAG
Deze gezinsbijslag, veschuldigd voor kinderen die in Turkije wonen, moet betaald worden overeenkomstig de volgende bepalingen, wanneer deze verschuldigd is:
- uit hoofde van personen op wie de Belgische wetgeving van toepassing is5 ;
- uit hoofde van de rechthebbende op prestaties inzake rust of ouderdom, overleving, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte, verschuldigd krachtens de Belgische wetgeving, wanneer deze rechthebbende woont in België6 ;
- uit hoofde van de rechthebbende op prestaties inzake rust of ouderdom, overleving, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte, verschuldigd krachtens de Belgische en Turkse wetgeving, wanneer deze rechthebbende woont in België7 ;
- uit hoofde van de wees van een overleden persoon die laatst onderworpen was aan de Belgische wetgeving en onder de bij deze wetgeving bedoelde voorwaarden8 .
Deze gezinsbijslag wordt toegekend aan de personen op wie de Belgische wetgeving van toepassing is en aan de gerechtigden op Belgische prestaties die in België wonen. De hierboven vermelde personen en gerechtigden hebben recht op gezinsbijslag voor hun kinderen en voor de kinderen van hun echtgenoot die in Turkije wonen; het aantal rechtgevende kinderen is evenwel beperkt tot ten hoogste vier kinderen9 .
De gezinsbijslag wordt toegekend tot de leeftijd van 18 jaar of tot de leeftijd van 25 jaar wanneer het kinderen betreft die lessen volgen onder de voorwaarden vastgesteld bij de Belgische wetgeving10 .
Deze toegekende gezinsbijslag bedraagt11 :
- Voor het eerste kind: 27,21 EUR per maand;
- Voor het tweede kind: 28,91 EUR per maand;
- Voor het derde kind: 30,61 EUR per maand;
- Voor het vierde kind: 32,31 EUR per maand.
Overeenkomstig de Belgische wetgeving die voorziet in de koppeling van de sociale uitkeringen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, worden deze bedragen systematisch herzien op basis van het voormelde indexcijfer. Ze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 119,62 (basis 2004 = 100)12 .
3. SAMENTELLING TIJDVAKKEN VAN VERZEKERING
Om rechthebbende op kinderbijslag te zijn op basis van de Algemene Kinderbijslagwet, moet de werknemer of de zelfstandige in bepaalde gevallen voldaan hebben aan de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op tenminste zes maandelijkse forfaitaire kinderbijslagen op basis van deze wet, tijdens twaalf maanden onmiddellijk voorafgaand aan een bepaalde gebeurtenis.
Men kan hierbij rekening houden met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van Turkije, op voorwaarde dat deze de verzekeringstijdenvakken vervuld onder de wetgeving van België niet overlappen13
.
4. INWERKINGTREDING
Deze Overeenkomst treedt in werking op 1 september 2018. Op de dag van inwerkingtreding van deze Overeenkomst, zal het Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Republiek Turkije betreffende de sociale zekerheid, ondertekend te Brussel op 4 juli 1966, evenals de teksten tot wijziging of aanvulling ervan, ophouden te bestaan en vervangen worden door deze Overeenkomst14 .
Deze Schikking treedt in werking op 1 september 2018. De dag waarop deze Schikking in werking treedt, houden de Administratieve Schikking betreffende de toepassingsmodaliteiten van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Turkije van 4 juli 1966 evenals de teksten tot wijziging of aanvulling ervan op te bestaan en worden ze vervangen door deze Schikking15 .
De dossiers die afgehandeld zijn in uitvoering van een afwijkingsbeslissing16 en die kunnen leiden tot een uitbetaling vanaf 1 september 2018, moeten herzien worden in de mate dat ze onder het toepassingsgebied vallen van de huidige Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, gedaan te Ankara op 11 april 2014.
De bestaande administratieve onderrichtingen die strijdig zijn met de huidige Mededeling, worden opgeheven vanaf 1 september 2018.
Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, gedaan te Ankara op 11 april 2014:
Toekenning van de gezinsbijslag ten gunste van kinderen die in Turkije wonen:
De toegekende gezinsbijslag bedraagt:
- Voor het eerste kind: 27,21 EUR per maand;
- Voor het tweede kind: 28,91 EUR per maand;
- Voor het derde kind: 30,61 EUR per maand;
- Voor het vierde kind: 32,31 EUR per maand.
Datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst: 1 september 2018.
- 1Goedgekeurd bij : 9 december 2015. - Wet houdende insteraming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, gedaan te Ankara op tt april 2014 (Belgisch Staatsblad van 13 september 2018). 8 juh 2016. - Decreet houdende instemming met de overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, ondertekend te Ankara op H april 2014 (Belgisch Staatsblad van 4 augustus 2016). 23 december 2016. - Ordonnantie houdende instemming met : de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, opgemaakt te Ankara op 11 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 4 augustus 2016). 26 januari 2017. - Decreet houdende instemming met de overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, ondertekend te Ankara op 1t april 2014 (Belgisch Staatsblad van 4 augustus 2016). 20 februari 2017, - Decreet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociate zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, gedaan te Ankara op 11 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 4 augustus 2016). 24 mei 2018. - Decreet houdende instemming, wat betreft de aangelegenheden waarvan de uitoefening door de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest is overgedragen, met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Republiek Turkije, ondertekend te Ankara op 11 maart 2014 (Belgisch Staatsblad van 12 oktober 2017).
- 2Artikel 3 van deze Overeenkomst.
- 3Artikel 9 van deze Overeenkomst bepaalt eveneens het volgende: 1. De werknemer die, in dienst zijnde van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten eenvestiging heeft waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming gedetacheerd wordt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een werk voorhaar rekening uit te voeren, blijft onder de toepassing vallen van de wetgeving van de eerste Staat, alsofhij werkzaam bleef op diens grondgebied, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere persoon wiens detacheringsperiede is afgelopen. 2. Wanneer deze detachering langer duurt dan vierentwintig maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van heide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde organen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de werknemer. Deze verlenging mag evenwel niet worden toegekend voer een supplementaire periode van meer dan zesendertig maanden en moet worden aangevraagd vóór het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden. 3, Punt 1 is van toepassing wanneer een persoon, nadat hij door zijn werkgever van het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat naar het grondgebied van een derde land is gestuurd, door deze werkgever van het grondgebied van het derde land naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt gestuurd. 4. Deze bepalingen zijn ook van toepassing op de gezinsleden die deze personen vergezellen, tenzij ze zelf een beroepsactiviteit uitoefenen. Artikel 10 van deze Overeenkomst bepaalt eveneens het volgende: 1. Op ambtenaren en het gelijkgesteld personeel van een overeenkomstsluitende Staat die worden gedetacheerd naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er hun activiteit uit te oefenen, is de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat die hen zendt vantoepassing. 2. Deze bepalingen zijn oek toepasselijk op de gezinsleden die deze personen vergezellen, tenzij ze zelf een beroepsactiviteit uitoefenen.
- 4Artikel 35 van deze Overeenkomst.
- 5Artikel 37 van deze Overeenkomst.
- 6Artikel 38.1. van deze Overeenkomst.
- 7Artikel 38.2. van deze Overeenkomst.
- 8Artikel 39 van deze Overeenkomst.
- 9Artikel 24.1. van deze Administratieve Schikking.
- 10Artikel 24.2. van deze Administratieve Schikking.
- 11Artikel 24.3. van deze Administratieve Schikking. Deze bedragen zijn ondertussen geïndexeerd in september 2018.
- 12Artikel 24.4. van deze Administratieve Schikking.
- 13Artikel 36 van deze Overeenkomst.
- 14Artikel 56 van deze Overeenkomst.
- 15Artikel 28 van deze Administratieve Schikking.
- 16- op basis vanartikel 52, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet : een ongunstige individuele afwijkingsbeslissing of een gunstige individuele afwijkingsbestissing met toekenning van de bedragen, bepaald in de Administratieve Schikking betreffende de toepassingsmodaliteiten van de het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Turkije van 4 juli 1966 evenals de teksten tot wijziging of aanvulling ervan; -op basis van artikel 52, derde lid, van de Algemene kinderbijslagwet : een algemene afwijkingsbeslissing met toekenning van de bedragen opgenomen in de Algemene kinderbijslagwet.