Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 18 Groeipakketdecreet

Het basisbedrag, vermeld in artikel 13, wordt voor het rechtgevende kind verhoogd met een maandelijkse sociale toeslag als de inkomsten van het gezin van de begunstigden bepaalde grenzen niet overschrijden.

Het bedrag van de toeslag, vermeld in het eerste lid, bedraagt:

1° 63,86 euro per kind voor gezinnen tot en met twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis niet meer dan 31.897,53 euro bedragen;

1/1° 32,33 euro per kind voor gezinnen tot en met twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis tussen 31.897,53 euro en 37.213,79 euro liggen;

2° 93,86 euro per kind voor gezinnen met meer dan twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis niet meer dan 31.897,53 euro bedragen;

3° 73,86 euro per kind voor gezinnen met meer dan twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis tussen 31.897,53 euro en 60.000 euro liggen.

Als ten gevolge van een gelijkmatig verdeelde huisvesting, de huisvesting van het rechtgevende kind gelijk is verdeeld tussen de ouders, wordt het bedrag van de toeslag gehalveerd toegekend in elk rechtgevend gezin.

Als de huisvesting van het rechtgevende kind niet gelijk is verdeeld tussen beide ouders, wordt het kind voor de toepassing van het tweede lid alleen meegeteld in het gezin waar het kind meer dan de helft van de tijd verblijft.

Als de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het rechtgevende kind niet is bepaald of bekrachtigd door de bevoegde rechtbank, wordt ervan uitgegaan dat de huisvesting van het rechtgevende kind gelijk is verdeeld tussen de ouders.

Voor de huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind wordt uitgegaan van de woonplaats van het kind.

In afwijking van het zesde lid blijft de vastgestelde huisvesting overeenkomstig het vijfde lid die geldt op het moment dat het kind meerderjarig wordt, gelden.

In afwijking van het zesde en zevende lid kan de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het meerderjarige rechtgevend kind worden bepaald op grond van een overeenkomst, waarin de al dan niet gelijkmatig verdeelde huisvesting van het rechtgevende kind uitdrukkelijk wordt bepaald, en die is geregistreerd conform artikel 1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten.

Als het rechtgevende kind is geplaatst door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een pleeggezin, wordt het kind voor de berekening van de toeslag en de gezinsgrootte, vermeld in het tweede lid, in het pleeggezin volledig meegeteld.

Als het rechtgevende kind materiële ondersteuning krijgt als vermeld in artikel 68, § 2/1, wordt het kind voor de berekening van de toeslag en de gezinsgrootte, vermeld in het tweede lid, in het gezin waar het verbleef voorafgaand aan de plaatsing, volledig meegeteld. In toepassing van artikel 68, §3, wordt het kind daarentegen niet meegeteld in het gezin waar het verbleef voorafgaand aan de plaatsing.

De Vlaamse Regering bepaalt met welke inkomsten van welke personen rekening wordt gehouden om de gezinsinkomsten, vermeld in het eerste lid, vast te stellen. Ze bepaalt de periode waarin de sociale toeslag wordt toegekend, en ze kan de gezinsgrootte nader bepalen. De Vlaamse Regering stelt ook een alarmbelprocedure vast voor de onmiddellijke aanpassing van het recht op sociale toeslag.

Top